Gerelateerd aan Jakobus 3:4-5
Gerelateerd aan Jakobus 3:4
Psalmen 107:25
Hij sprak en ontketende storm, hoog zweepte hij de golven op.
Gerelateerd aan Jakobus 3:4
Handelingen 27:14
Maar al spoedig stak er een hevige aflandige wind op, die Eurakylon wordt genoemd.
Gerelateerd aan Jakobus 3:4
Jona 1:4
Maar de HEER wierp een hevige storm op de zee, en de zee werd zo wild dat het schip dreigde te breken.
Gerelateerd aan Jakobus 3:4
Mattheüs 8:24
Plotseling begon het meer enorm te kolken, zodat de boot bijna door de golven werd verzwolgen. Maar Jezus sliep.
Gerelateerd aan Jakobus 3:5
Jeremia 9:3
Wees allen op je hoede voor vrienden, verlaat je niet op je broers. Elke broer bedriegt als Jakob, elke vriend strooit lasterpraat rond.
Gerelateerd aan Jakobus 3:5
Psalmen 17:10
Hun hart is gevoelloos en gesloten, hun mond spreekt hoogmoedige taal.
Gerelateerd aan Jakobus 3:5
Spreuken 18:21
Woorden hebben macht over leven en dood, wie zijn tong koestert, plukt daarvan de vruchten.
Gerelateerd aan Jakobus 3:5
Spreuken 15:2
Uit de woorden van de wijzen spreekt een overvloed aan kennis, uit de mond van dwazen komt alleen maar dwaasheid.
Gerelateerd aan Jakobus 3:5
Psalmen 73:8
Ze spotten, spreken kwaad en dreigen vanaf hun hoge zetels,
Gerelateerd aan Jakobus 3:5
Psalmen 52:1
Voor de koorleider. Een kunstig lied van David, (52:2) toen de Edomiet Doëg naar Saul was gegaan en hem had meegedeeld: 'David bevindt zich in het huis van Achimelech.' (52:3) Wat prijs je het kwade aan, jij held, en smaal je voortdurend op God!
Gerelateerd aan Jakobus 3:5
Psalmen 10:3
De mens zonder God prijst wat hij najaagt, en als hij rijk is, vervloekt en veracht hij de HEER.
Gerelateerd aan Jakobus 3:5
Spreuken 12:18
De woorden van een dwaas zijn dolkstoten, wat de wijze zegt, brengt genezing.
Gerelateerd aan Jakobus 3:5
Psalmen 12:2
(12:3) Ze beliegen elkaar allemaal, vals en verraderlijk is hun woord.
Gerelateerd aan Jakobus 3:5
Ezechiel 28:2
'Mensenkind, zeg tegen de vorst van Tyrus: "Dit zegt God, de HEER: Je bent hoogmoedig geworden, je hebt gezegd: 'Ik ben een god, ik zit op een godentroon, midden in zee.' Je achtte jezelf een god gelijk, terwijl je een mens bent, en geen god.
Gerelateerd aan Jakobus 3:5
Jeremia 18:18
‘Ze zeiden: “Laten we iets tegen Jeremia ondernemen. Want het onderricht van onze priesters, de raad van onze wijzen, de verkondiging van onze profeten zullen allerminst verdwijnen. Kom, we brengen hem in opspraak, we schenken aan zijn woorden niet langer gehoor.”
Gerelateerd aan Jakobus 3:5
Judas 1:16
Ze doen niets anders dan zeuren en zagen, ze laten zich leiden door hun begeerten, brallen maar wat en praten anderen naar de mond om er zelf beter van te worden.
Gerelateerd aan Jakobus 3:5
Openbaring 13:5
Het beest kon zijn bek gebruiken voor grootspraak en godslasteringen, en dat tweeënveertig maanden lang.
Gerelateerd aan Jakobus 3:5
Job 21:14
Ze zeggen tegen God: "Blijf ver van ons, wij willen niet de wegen volgen die u wijst.
Gerelateerd aan Jakobus 3:5
2 Petrus 2:18
want met loos gebral en schaamteloze uitspattingen verleiden ze hen die zich nog maar net hebben losgemaakt van degenen die dwalen.
Gerelateerd aan Jakobus 3:5
2 Koningen 19:22
Weet wie je hebt beledigd en bespot, wie je hebt uitgejouwd, uitdagend aangekeken: het was de Heilige van Israël!
1
2