Gerelateerd aan Spreuken 23:7
Gerelateerd aan Spreuken 23:7
Psalmen 12:2
(12:3) Ze beliegen elkaar allemaal, vals en verraderlijk is hun woord.
Gerelateerd aan Spreuken 23:7
Psalmen 55:21
(55:22) Zijn mond is glad als boter, maar vijandig is zijn hart, zijn woorden, zachter dan olie, zijn een getrokken dolk.
Gerelateerd aan Spreuken 23:7
Richteren 16:15
'Hoe kun je zeggen dat je van me houdt?' zei Delila. 'Je vertrouwt me niet eens! Tot drie keer toe heb je me voor de gek gehouden in plaats van me te vertellen waarin je geweldige kracht schuilt.'
Gerelateerd aan Spreuken 23:7
Lukas 11:37
Toen hij uitgesproken was, nodigde een Farizeeër hem uit voor de maaltijd. Hij ging naar binnen en ging aan tafel aanliggen.
Gerelateerd aan Spreuken 23:7
Mattheüs 9:3
Daarop zeiden enkele schriftgeleerden bij zichzelf: Wat een godslasterlijke taal!
Gerelateerd aan Spreuken 23:7
Lukas 7:39
Toen de Farizeeër die hem had uitgenodigd dit zag, zei hij bij zichzelf: Als hij een profeet was, zou hij weten wie de vrouw is die hem aanraakt, dat ze een zondares is.
Gerelateerd aan Spreuken 23:7
Daniel 11:27
Beide koningen hebben kwaad in de zin, al zitten ze samen aan één tafel. Ze misleiden elkaar maar het baat hun niet, want de vastgestelde tijd is nog niet aangebroken.
Gerelateerd aan Spreuken 23:7
Spreuken 19:22
Een mens heeft het verlangen goed te doen, je kunt beter arm dan onbetrouwbaar zijn.
Gerelateerd aan Spreuken 23:7
2 Samuel 13:26
Toen zei Absalom: 'Als u niet wilt komen, laat dan mijn broer Amnon met ons meegaan.' 'Waarom dan toch?' vroeg de koning,