Gerelateerd aan Romeinen 9:4

bedenk dat u destijds niet verbonden was met Christus, geen deel had aan het burgerschap van Israël en niet betrokken was bij de verbondssluitingen en de beloften die daarbij hoorden. U leefde in een wereld zonder hoop en zonder God.

Hij maakt zijn woorden aan Jakob bekend, zijn wetten en voorschriften aan Israël.

Ik wil met jou een verbond aangaan en ik zal je veel, heel veel nakomelingen geven.’

En dan moet jij tegen de farao zeggen: "Dit zegt de HEER: Israël is mijn zoon, mijn eerstgeboren zoon.

De priesters konden hun dienst niet meer verrichten, want de majesteit van de HEER vulde de hele tempel.

God heeft zijn belofte niet gebroken. Want niet alle Israëlieten behoren werkelijk tot Israël,

Want u bent een volk dat aan de HEER, uw God, is gewijd. U bent door hem uitgekozen om, anders dan alle andere volken op aarde, zijn kostbaar bezit te zijn.

Omdat u kinderen van de HEER, uw God, bent is het u niet geoorloofd als teken van rouw uw lichaam te kerven of het haar op uw voorhoofd weg te scheren.

Het eerste verbond bevatte bepalingen voor de rituelen van de dienst en het aardse heiligdom.

want voor u geldt deze belofte, evenals voor uw kinderen en voor allen die ver weg zijn en die de Heer, onze God, tot zich zal roepen.’

Zeer zeker, en in ieder opzicht. In de eerste plaats zijn het de Joden aan wie God zijn woord heeft toevertrouwd.

Een reddende kracht heeft hij voor ons opgewekt uit het huis van David, zijn dienaar,

Luister naar mij, volk van Jakob en al wat er van Israël nog over is-van de moederschoot af door mij gedragen, door mij gekoesterd vanaf de geboorte:

Overdag is het licht van de zon niet meer nodig, de glans van de maan hoeft je niet te verlichten, want de HEER zal je voor altijd licht geven en je God zal voor je schitteren.

Hij liet zijn volk gevangen wegvoeren, leverde zijn sieraad uit aan de belager,

(63:3) In het heiligdom heb ik u gezien, uw macht en majesteit aanschouwd.

U bent de erfgenamen van de profeten; met uw voorouders heeft God zijn verbond gesloten toen hij tegen Abraham zei: “In jouw nageslacht zullen alle volken op aarde gezegend worden.”

Is Efraïm niet mijn geliefde zoon, is hij niet mijn oogappel? Telkens als ik over hem spreek rijst zijn beeld in mij op, dan raak ik diep bewogen. Ik móet mij over hem ontfermen- spreekt de HEER.

U daalde neer op de Sinai, u sprak met hen vanuit de hemel, u gaf hun juiste rechtsregels, deugdelijke wetten en goede voorschriften en geboden.

Toen werd de ontmoetingstent overdekt door een wolk en werd de tabernakel gevuld door de majesteit van de HEER.