Gerelateerd aan Mattheüs 9:38

Gerelateerd aan Mattheüs 9:38

Lukas 10:1

Daarna stelde de Heer tweeënzeventig anderen aan, die hij twee aan twee voor zich uit zond naar iedere stad en plaats waar hij van plan was heen te gaan.
Gerelateerd aan Mattheüs 9:38

2 Thessalonicensen 3:1

Voor het overige, broeders en zusters, bid voor ons. Bid dat het woord van de Heer zich elders even snel verspreidt en evenzeer geprezen wordt als bij u.
Gerelateerd aan Mattheüs 9:38

Jeremia 3:15

Ik zal jullie herders naar mijn hart geven, en die zullen jullie met wijsheid en inzicht weiden.
Gerelateerd aan Mattheüs 9:38

Handelingen 13:2

Op een dag, toen ze aan het vasten waren en een gebedsdienst hielden voor de Heer, zei de heilige Geest tegen hen: ‘Stel mij Barnabas en Saulus ter beschikking voor de taak die ik hun heb toebedeeld.’
Gerelateerd aan Mattheüs 9:38

Johannes 20:21

Nog eens zei Jezus: ‘Ik wens jullie vrede! Zoals de Vader mij heeft uitgezonden, zo zend ik jullie uit.’
Gerelateerd aan Mattheüs 9:38

Micha 5:7

(5:6) En wat er van Jakob is overgebleven, te midden van machtige volken, zal zijn als dauw die van de HEER komt, als regendruppels op het groen, dat niets verwacht van een mens en niet naar mensenkinderen uitziet.
Gerelateerd aan Mattheüs 9:38

Handelingen 8:4

Degenen die verdreven waren, trokken rond en verkondigden het woord van God.
Gerelateerd aan Mattheüs 9:38

1 Korinthe 12:28

God heeft in de gemeente aan allerlei mensen een plaats gegeven: ten eerste aan apostelen, ten tweede aan profeten en ten derde aan leraren. Dan is er het vermogen om wonderen te verrichten, de gave om te genezen en het vermogen om bijstand te verlenen, leiding te geven of in klanktaal te spreken.
Gerelateerd aan Mattheüs 9:38

Efeze 4:11

En hij is het die apostelen heeft aangesteld, en profeten, evangelieverkondigers, herders en leraren,
Gerelateerd aan Mattheüs 9:38

Psalmen 68:11

(68:12) De HEER sprak een bevel uit, een menigte vrouwen zei het voort:
Gerelateerd aan Mattheüs 9:38

Mattheüs 10:1

Daarop riep hij zijn twaalf leerlingen bij zich en gaf hun de macht om onreine geesten uit te drijven en iedere ziekte en elke kwaal te genezen.
Gerelateerd aan Mattheüs 9:38

Lukas 6:12

Op een van die dagen trok Jezus zich terug op de berg om te bidden. De hele nacht bleef hij tot God bidden.
Gerelateerd aan Mattheüs 9:38

Psalmen 68:18

(68:19) U voerde gevangenen mee, eiste gaven van opstandige mensen, en steeg op naar uw woning, HEER, onze God.