Gerelateerd aan Job 7:6

Mijn dagen gaan sneller dan een ijlbode; ze vliegen voorbij zonder enige vreugde.

En waar is dan mijn hoop, mijn hoop, wie kan die nog bespeuren?

'De mens is als gras en zijn schoonheid als een bloem in het veld: het gras verdort en de bloem valt af,

Mijn woonplaats werd ontruimd en lag open, zoals de tent van een herder; ik rolde mijn leven op zoals een wever het tentdoek, hij heeft mijn draad afgesneden. Dag en nacht staat u mij naar het leven,

Mijn dagen zijn geteld, mijn toekomst wordt aan mij ontrukt, met de wensen van mijn hart.

-hij wil me zeker doden-, ik deins niet terug, ik zal mijn daden tegenover hem verdedigen.

U weet niet eens hoe uw leven er morgen uitziet. U bent immers maar damp, die heel even verschijnt en dan al verdwijnt.

De mens-zijn dagen zijn als het gras, hij is als een bloem die bloeit op het veld

Als de zon gaat branden en het gras door de hitte verdort, valt de bloem af en is het gedaan met zijn schoonheid. Zo zal ook de rijke vergaan terwijl hij volop met zijn zaken bezig is.

Een mens is vluchtig als een ademtocht, zijn dagen glijden als een schaduw weg.

(102:12) Mijn dagen gaan heen als een schaduw, ik moet verdorren als gras.

bedenk dat u destijds niet verbonden was met Christus, geen deel had aan het burgerschap van Israël en niet betrokken was bij de verbondssluitingen en de beloften die daarbij hoorden. U leefde in een wereld zonder hoop en zonder God.

Ik heb geen kracht meer om te wachten. Met welk doel zou ik alles verdragen?

Hoor, een stem zegt: ‘Roep!’ En een stem antwoordt: ‘Wat zou ik roepen? De mens is als gras, hij bloeit als een veldbloem.

Nog enkele jaren resten mij, voor ik het pad zal gaan waarlangs ik niet terugkeer.

Laat uw geest daarom voortdurend paraat zijn, wees waakzaam en vestig al uw hoop op de genade die u ontvangen zult wanneer Jezus Christus zich openbaart.

U vaagt ons weg als slaap in de morgen, als opschietend gras

Loop je voeten niet stuk, bespaar jezelf een dorstige keel. Maar jij zegt: “Laat me begaan, ik heb die andere goden lief, hen wil ik volgen.”

Een goddeloze gaat door zijn slechtheid ten onder, een rechtvaardige vindt als hij sterft een schuilplaats.