Gerelateerd aan Jeremia 13:25

Dat wacht hem die God ontrouw is. Dat is de erfenis die God voor hem bestemd heeft.'

en hij zal hem straffen met zijn zwaard en hem het lot van de huichelaars laten ondergaan; daar zal hij met hen jammeren en knarsetanden.

Zal een meisje haar sieraden vergeten, of een bruid haar tooi? Maar mijn volk is mij sinds jaar en dag vergeten.

(9:18) Laten de goddelozen weggaan naar het dodenrijk, alle volken die God zijn vergeten.

Vuur en zwavel stort hij over hen uit, storm drinken zij uit de beker die hij aanreikt.

Jullie zeiden: ‘Wij hebben een verbond gesloten met de dood, met het dodenrijk zijn we een verdrag aangegaan. Wanneer de striemende gesel voorbijkomt zal hij ons niet raken. Wij houden ons schuil in bedrog en verbergen ons in leugens.’

Twee wandaden heeft mijn volk begaan: het heeft mij verlaten, de bron van levend water, en het heeft waterkelders uitgehouwen, kelders vol scheuren, waarin het water niet blijft staan.

Vertrouw niet op die bedrieglijke leus: “Dit is de tempel van de HEER ! De tempel van de HEER ! De tempel van de HEER !”

Ze tergden hem met vreemde goden, met gruwelijke beelden krenkten ze hem.

Vergeten waren zij God, hun redder, die iets groots had verricht in Egypte,

Wat heb je aan een godenbeeld, gebeeldhouwd door zijn maker? Aan een gegoten beeld dat leugens verkondigt? Wie vertrouwt zich nu toe aan wat hij zelf heeft gemaakt? Wat hij maakt zijn stomme afgoden!

zal hij zeggen: “Waar zijn je goden nu? Waar is de rots waarop je steunde?

Op die dag gaat Jakobs luister teloor, het vet van zijn lichaam slinkt weg.

Daar staat het menselijk verstand bij stil. De goudsmid schaamt zich voor zijn beelden. Zijn gietsels zijn niets, ze ademen niet,

De leiders spreken er recht in ruil voor geschenken, de priesters geven onderricht tegen betaling, de profeten voorspellen voor geld, terwijl ze zich op de HEER beroepen en zeggen: 'De HEER is toch in ons midden? Ons kan geen kwaad overkomen.'