Gerelateerd aan Handelingen 7:30-53
Gerelateerd aan Handelingen 7:30
Handelingen 7:35
Het was deze Mozes die door zijn volksgenoten werd afgewezen met de woorden: “Wie heeft jou als leider en rechter aangesteld?” Maar God zond hem als leider en bevrijder naar hen toe, door tussenkomst van de engel die in de doornstruik aan hem verschenen was.
Gerelateerd aan Handelingen 7:30
Exodus 3:1
Mozes was gewoon de schapen en geiten van zijn schoonvader Jetro, de Midjanitische priester, te weiden. Eens dreef hij de kudde tot voorbij het steppeland, en zo kwam hij bij de Horeb, de berg van God.
Gerelateerd aan Handelingen 7:30
Jesaja 63:9
In al hun nood was ook hijzelf in nood: zij werden gered door de engel van zijn tegenwoordigheid. In zijn liefde en mededogen heeft hij hen zelf verlost, hij tilde hen op en heeft hen gedragen, alle jaren door.
Gerelateerd aan Handelingen 7:30
Genesis 48:15
Hij zegende Jozef met deze woorden: ‘De God naar wiens wil mijn voorouders Abraham en Isaak zich richtten, de God die mijn leven lang mijn herder is geweest,
Gerelateerd aan Handelingen 7:30
Deuteronomium 4:20
Want u bent door de HEER uitgekozen en uit de smeltoven van Egypte weggehaald om hem als zijn eigen volk toe te behoren, zoals nu het geval is.
Gerelateerd aan Handelingen 7:30
Exodus 7:7
Mozes was tachtig jaar en Aäron drieëntachtig toen zij zich tot de farao richtten.
Gerelateerd aan Handelingen 7:30
Hosea 12:3
(12:4) Al in de moederschoot heeft hij zijn broer beetgenomen, en in de kracht van zijn leven worstelde hij met God.
Gerelateerd aan Handelingen 7:30
Markus 12:26
Wat betreft de opwekking van de doden, hebt u in het boek van Mozes in het gedeelte over de doornstruik niet gelezen dat God tegen hem zei: “Ik ben de God van Abraham, de God van Isaak en de God van Jakob”?
Gerelateerd aan Handelingen 7:30
Maleachi 3:1
Let op, ik zal mijn bode zenden; hij zal de weg voor mij effenen. Opeens zal hij naar zijn tempel komen, de Heer naar wie jullie uitzien, de engel van het verbond naar wie jullie verlangen. Komen zal hij-zegt de HEER van de hemelse machten.
Gerelateerd aan Handelingen 7:30
Exodus 19:1
In de derde maand, op precies dezelfde dag dat ze uit Egypte waren weggetrokken, kwamen de Israëlieten in de Sinaiwoestijn.
Gerelateerd aan Handelingen 7:30
Handelingen 7:32
“Ik ben de God van je voorouders, de God van Abraham, Isaak en Jakob.” Bevend van schrik wendde Mozes zijn blik af.
Gerelateerd aan Handelingen 7:30
Daniel 3:27
De satrapen, stadhouders, gouverneurs en raadsheren van de koning drongen naar voren. Ze bekeken de mannen en zagen dat het vuur geen vat had gekregen op hun lichaam. Geen haar op hun hoofd was verschroeid, hun jassen waren nog heel, er hing zelfs geen brandlucht om hen heen.
Gerelateerd aan Handelingen 7:30
Psalmen 66:12
Mensen zijn over ons heen gereden, wij zijn door vuur en door water gegaan, maar u bracht ons naar een land van overvloed.
Gerelateerd aan Handelingen 7:30
Deuteronomium 33:16
met al wat de aarde te bieden heeft. Moge de gunst van hem die in de doornstruik was rusten op Jozef, de uitverkorene onder zijn broers.
Gerelateerd aan Handelingen 7:30
Handelingen 7:17
Naarmate de tijd naderde dat Gods belofte aan Abraham in vervulling zou gaan, nam het volk in Egypte in aantal toe en werd het steeds groter,
Gerelateerd aan Handelingen 7:30
Genesis 16:7
Een engel van de HEER trof haar in de woestijn aan bij een waterbron, de bron die aan de weg naar Sur ligt.
Gerelateerd aan Handelingen 7:30
Genesis 22:15
Toen sprak de engel van de HEER opnieuw vanuit de hemel tot Abraham.
Gerelateerd aan Handelingen 7:30
Genesis 32:24
(32:25) Maar zelf bleef hij achter, helemaal alleen, en er worstelde iemand met hem totdat de dag aanbrak.
Gerelateerd aan Handelingen 7:30
1 Koningen 19:8
Elia stond op, en toen hij had gegeten en gedronken liep hij, gesterkt door dit voedsel, veertig dagen en veertig nachten door de woestijn, tot hij bij de Horeb kwam, de berg van God.
Gerelateerd aan Handelingen 7:30
Exodus 3:6
Ik ben de God van je vader, de God van Abraham, de God van Isaak en de God van Jakob.' Mozes bedekte zijn gezicht, want hij durfde niet naar God te kijken.
1
2
3
4
5
6
7