Gerelateerd aan Genesis 3:12

Heb ik als anderen mijn overtredingen verhuld en mijn zonden weggeborgen in mijn binnenste,

Wie in verleiding komt, moet niet beweren: 'Die verleiding komt van God.' Want God stelt niemand aan verleiding bloot, zoals hij zelf ook niet door iets slechts in verleiding kan worden gebracht.

Omdat ze Gods gerechtigheid niet kennen, proberen ze hun eigen gerechtigheid te laten gelden en verlaten ze zich niet op Gods vrijspraak.

Wie zijn fouten verbergt, zal geen voorspoed kennen, wie ze toegeeft en vermijdt, krijgt vergeving.

God, de HEER, dacht: Het is niet goed dat de mens alleen is, ik zal een helper voor hem maken die bij hem past.

Maar de wetgeleerde wilde zich rechtvaardigen en vroeg aan Jezus: ‘Wie is mijn naaste?’

Dwaasheid brengt een mens op de verkeerde weg, dan keert hij zich verbitterd tegen de HEER.

Tegen Aäron zei hij: 'Wat heeft dit volk je misdaan, dat je zo'n zware schuld op hen geladen hebt?'

De mens gaf namen aan al het vee, aan alle vogels en alle wilde dieren, maar hij vond geen helper die bij hem paste.

'Maar ik heb toch geluisterd naar wat de HEER gezegd heeft!' wierp Saul tegen. 'Ik ben er toch op uitgetrokken zoals de HEER me heeft opgedragen! Koning Agag heb ik gevangengenomen en de rest van de Amalekieten heb ik gedood.

Uit de rib die hij bij de mens had weggenomen, bouwde God, de HEER, een vrouw en hij bracht haar bij de mens.