Gerelateerd aan 2 Korinthe 5:20

zei de heer tegen hem: “Ga naar de wegen en de akkers buiten de stad en nodig iedereen met klem uit, want mijn huis moet vol zijn.

waarvan ik gezant ben, ook in de gevangenis. Bid dat ik daarbij zo vrijmoedig spreek als nodig is.

Als Gods medewerkers sporen wij u dan ook aan: laat de goedheid die hij u bewijst niet tevergeefs zijn.

Hij heeft ons geschikt gemaakt om het nieuwe verbond te dienen: niet het verbond van een geschreven wet, maar dat van zijn Geest. Want de letter doodt, maar de Geest maakt levend.

Vervuld van ontzag voor de Heer, proberen we iedereen te overtuigen. God weet precies wie en wat wij zijn; hopelijk weet u het ook wanneer u te rade gaat bij uw geweten.

Kennis ligt op de lippen van de priester en waarheid zoekt men in wat hij zegt, want hij is een bode van de HEER van de hemelse machten.

Breek met het zondige leven dat jullie hebben geleid, en vernieuw je hart en je geest. Dan hoeven jullie niet te sterven, Israëlieten!

Wie naar jullie luistert, luistert naar mij, en wie jullie afwijst, wijst mij af. En wie mij afwijst, wijst hem af die mij gezonden heeft.’

Dus wie deze voorschriften verwerpt, verwerpt niet een mens, maar God, die u zijn heilige Geest geeft.

Verzoen je met God en leef met hem in vrede, dan zul je weer tot welstand komen.

Zoek de HEER nu hij zich laat vinden, roep hem terwijl hij nabij is.

Ik zal je daarbij beschermen tegen je eigen volk en tegen de heidenen, naar wie ik je uitzend

'Hoe lang nog, onnozele mensen, hechten jullie aan je onvolwassenheid, willen jullie, spotters, blijven spotten, haten jullie, dwazen, kennis?

Nog eens zei Jezus: ‘Ik wens jullie vrede! Zoals de Vader mij heeft uitgezonden, zo zend ik jullie uit.’

Voor God zijn wij elkaars gelijken, jij bent net als ik uit leem gevormd.

Een onbetrouwbare bode brengt onheil teweeg, een betrouwbare boodschapper redt.

‘Dat zal niet gebeuren, ‘antwoordde Jeremia. ‘Luister toch naar de HEER, in wiens naam ik tot u spreek, dan loopt het goed met u af en blijft u in leven.

Ik ben me weliswaar van geen kwaad bewust, maar dat betekent niet dat mij niets ten laste kan worden gelegd. Het is de Heer die over mij oordeelt.

De HEER, de God van hun voorouders, waarschuwde hen bij monde van zijn boden, die hij telkens opnieuw naar hen toe zond omdat hij zijn volk en zijn woning voor de ondergang wilde behoeden.

Telkens opnieuw vermaande de HEER Israël en Juda bij monde van de profeten en de zieners: 'Keer terug van jullie dwaalwegen en houd je aan mijn geboden en bepalingen, aan de wet die ik jullie voorouders heb opgelegd en die jullie door mijn dienaren de profeten is overgeleverd.'