Gerelateerd aan Spreuken 27:6

Zou een rechtvaardige mij slaan, het was mij een weldaad, zou hij mij straffen, het was balsem op mijn hoofd. Zou ik lijden onder de kwaden, dan nog bleef ik bidden,

Iedereen die ik liefheb wijs ik terecht en bestraf ik. Zet u dus volledig in en breek met het leven dat u nu leidt.

Zilverglazuur verbergt een aarden pot, warme woorden een kwaadaardig hart.

Gelukkig de mens die door God wordt getuchtigd, wijs daarom de straf van de Ontzagwekkende niet af!

Onze aardse vaders berispten ons maar voor korte tijd en naar eigen goeddunken, maar hij berispt ons voor onze eigen bestwil, om ons te laten delen in zijn heiligheid.

Toen zei Natan: 'Die man, dat bent u! Dit zegt de HEER, de God van Israël: Ik was het die je zalfde tot koning van Israël, ik was het die je redde uit de greep van Saul.

'Is alles goed met je, Amasa?' vroeg hij, en hij greep hem met zijn rechterhand bij zijn baard om hem te kussen.

Wie heimelijk haat is een huichelaar, wie openlijk lastert een dwaas.

Met hen had zijn verrader een teken afgesproken. ‘Degene die ik kus, ‘had hij gezegd, ‘die is het, die moet je gevangennemen.’