Gerelateerd aan Psalmen 40:17

(70:6) Ik ben arm en zwak, God, kom haastig, u bent mijn helper, mijn bevrijder, HEER, wacht niet langer.

Armen en behoeftigen zoeken water-niets! Hun tong verdroogt van de dorst. Ik, de HEER, zal hun antwoord geven, ik, de God van Israël, zal hen niet verlaten.

U mag uw zorgen op hem afwentelen, want u ligt hem na aan het hart.

zodat we vol vertrouwen kunnen zeggen: ‘De Heer is mijn helper, ik heb niets te vrezen. Wat zouden mensen mij kunnen doen?’

(34:7) In mijn verdrukking riep ik tot de HEER, hij heeft geluisterd en mij uit de nood gered.

(40:6) Veel wonderen hebt u verricht, veel goeds voor ons besloten, HEER, mijn God. Niemand is te vergelijken met u! Wil ik erover spreken, ervan verhalen, het is te veel om op te sommen.

God, de HEER, zal mij helpen, daarom word ik niet gekwetst en is mijn gezicht zo onbewogen als een rots, want ik weet dat ik niet beschaamd zal staan.

(54:6) Zie, God is mijn helper, de Heer is het die mijn leven draagt.

Een gebed van David. Hoor mij, HEER, en antwoord mij, ik ben verzwakt en arm.

Hij die van deze dingen getuigt, zegt: 'Ja, ik kom spoedig!' Amen. Kom, Heer Jezus!

HEER, geef mij antwoord, haast u, mijn kracht is uitgeput. Houd u niet voor mij verborgen, ik word als wie afgedaald is in het graf.

Luister, geliefde broeders en zusters: heeft God niet juist hen die naar wereldse maatstaven arm zijn, uitgekozen om rijk te zijn door het geloof en deel te krijgen aan het koninkrijk dat hij heeft beloofd aan wie hem liefhebben?

Tenslotte kent u de liefde die onze Heer Jezus Christus heeft gegeven: hij was rijk, maar is omwille van u arm geworden opdat u door zijn armoede rijk zou worden.

Jezus zei tegen hem: ‘De vossen hebben holen en de vogels hebben nesten, maar de Mensenzoon kan zijn hoofd nergens te ruste leggen.’

Ik ben verzwakt en arm, gewond in het diepst van mijn hart.

Hij werd gehoond en hoonde zelf niet, hij leed en dreigde niet, hij liet het oordeel over aan hem die rechtvaardig oordeelt.

(69:34) Want de HEER hoort de armen, zijn gevangen volk verwerpt hij niet.