Gerelateerd aan Psalmen 101:3

Houd mijn ogen af van wat leeg is, laat mij uw wegen gaan, en leven.

Ik heb een verbond gesloten met mijn ogen: nooit zal ik naar jonge vrouwen kijken.

Op een keer stond hij aan het eind van de middag op van zijn rustbed en liep wat heen en weer over het dak van het paleis. Beneden zag hij een vrouw die aan het baden was. Ze was heel mooi om te zien.

En ik zeg zelfs: iedereen die naar een vrouw kijkt en haar begeert, heeft in zijn hart al overspel met haar gepleegd.

Zet nooit je zinnen op haar schoonheid, laat haar ogen je niet strikken.

(40:5) Gelukkig de mens die vertrouwt op de HEER en zich niet keert tot hoogmoedigen, tot hen die verstrikt zijn in leugens.

Zet uw zinnen niet op het huis van een ander, en evenmin op zijn vrouw, op zijn slaaf, zijn slavin, zijn rund of zijn ezel, of wat hem ook maar toebehoort.'

Wie in verleiding komt, moet niet beweren: 'Die verleiding komt van God.' Want God stelt niemand aan verleiding bloot, zoals hij zelf ook niet door iets slechts in verleiding kan worden gebracht.

Wees daarom zeer standvastig met betrekking tot de voorschriften van Mozes. Wijk daar op geen enkele manier van af.

Wees niet zo berekenend om bij uzelf te denken: Het zevende jaar, het jaar van de kwijtschelding, komt eraan-waardoor u zich afsluit voor de ellende van uw volksgenoot en hem met lege handen laat gaan. Als hij dan de HEER zijn nood klaagt om wat u hem hebt aangedaan, zal het u als zonde worden aangerekend.

Laat uw liefde oprecht zijn. Verafschuw het kwaad en wees het goede toegedaan.

'Ook al hebt u gezondigd, 'antwoordde Samuël, 'u hoeft niet bang te zijn zolang u de HEER maar trouw blijft en hem met heel uw hart toegedaan bent.

Wankelmoedigen haat ik, maar uw wet heb ik lief.

Het is beter te genieten van iets tastbaars dan te grijpen naar iets onbereikbaars. Ook dat is niets dan lucht en najagen van wind.

Laat je niet verleiden door de glans van wijn, wanneer hij fonkelt in de beker. Hij glijdt zo makkelijk over de tong,

Maar jouw ogen en jouw hart zijn slechts op eigen voordeel gericht, op onschuldig bloed vergieten, op afpersen en uitbuiten.

Verlaat de juiste weg, wijk af van het rechte spoor. Val ons niet lastig met de Heilige van Israël.’

U die de HEER bemint: haat het kwade. Hij behoedt het leven van wie hem trouw zijn, uit de greep van de goddelozen bevrijdt hij hen.

Ze loeren, ze spannen samen, hun hart is als een oven: de hele nacht smeult het vuur, om 's morgens vlammend op te laaien.

hoe vaak keerden zij zich af en daagden zij hem uit, krenkten zij de Heilige van Israël!