Gerelateerd aan Nehemia 4:1

Toen Sanballat uit Bet-Choron en Tobia, zijn Ammonitische dienaar, hoorden dat er iemand was gekomen die het welzijn van de Israëlieten wilde bevorderen, waren ze hierover zeer ontstemd.

Toen Sanballat uit Bet-Choron, Tobia, zijn Ammonitische dienaar, en de Arabier Gesem dit hoorden, begonnen zij ons uit te lachen en te beschimpen: 'Wat zijn jullie hier aan het doen? Komen jullie soms tegen de koning in opstand?'

Daarop besloten de hogepriester en zijn medestanders, de Sadduceeën, in te grijpen. Vervuld van jaloezie als ze waren,

Weer anderen kregen te maken met bespotting en geseling, zelfs met arrestatie en gevangenschap.

Maar toen ik dreigde te vallen, verheugden zij zich, ze liepen te hoop en sloegen me onverwachts neer, ze hadden me willen verscheuren,

ze vlochten een kroon van doorntakken en zetten die op zijn hoofd. Ze gaven hem een rietstok in zijn rechterhand en vielen voor hem op de knieën. Spottend zeiden ze: ‘Gegroet, koning van de Joden,‘

(44:14) U hebt ons het mikpunt van spot gemaakt, onze naburen smaden en honen ons,

De tegenstanders van Juda en Benjamin hoorden dat de teruggekeerde ballingen een heiligdom voor de HEER, de God van Israël, aan het bouwen waren.