Gerelateerd aan Lukas 24:13-31

Een van hen, die Kleopas heette, antwoordde: ‘Bent u dan de enige vreemdeling in Jeruzalem die niet weet wat daar deze dagen gebeurd is?’

Daarna verscheen hij in een andere gedaante aan twee van hen toen ze buiten de stad aan het wandelen waren.

Ik, de HEER, ben niet veranderd, en jullie gedragen je nog altijd als nakomelingen van Jakob.

Prent ze uw kinderen in en spreek er steeds over, thuis en onderweg, als u naar bed gaat en als u opstaat.

Een goed mens brengt uit de goede schatkamer van zijn hart het goede voort, maar een slecht mens brengt uit zijn slechte schatkamer het kwade voort; want waar het hart vol van is daar loopt de mond van over.

Terwijl ze nog aan het vertellen waren, kwam Jezus zelf in hun midden staan en zei: ‘Vrede zij met jullie.’

Want waar twee of drie mensen in mijn naam samen zijn, ben ik in hun midden.’

Ik laat jullie niet als wezen achter, ik kom bij jullie terug.

Na deze woorden keek ze om en zag ze Jezus staan, maar ze wist niet dat het Jezus was.

Toen het al ochtend werd, stond Jezus op de oever, al wisten de leerlingen niet dat het Jezus was.

Nu werden hun ogen geopend en herkenden ze hem. Maar hij werd onttrokken aan hun blik.

Daarna verscheen hij in een andere gedaante aan twee van hen toen ze buiten de stad aan het wandelen waren.

Toen de Arameeërs op Elisa afkwamen, smeekte hij de HEER hen te verblinden. De HEER verblindde hen, zoals Elisa had gevraagd,

Jullie zijn verdrietig, omdat ik jullie dat gezegd heb.

De HEER zei tegen hem: 'Maak een ronde door Jeruzalem, en zet een merkteken op het voorhoofd van iedereen die jammert en klaagt om de gruwelijke dingen die er in de stad gebeuren.'

Waarachtig, ik verzeker jullie: je zult huilen en weeklagen, terwijl de wereld blij zal zijn. Je zult bedroefd zijn, maar je verdriet zal in vreugde veranderen.

Bij het kruis van Jezus stonden zijn moeder met haar zuster, Maria, de vrouw van Klopas, en Maria uit Magdala.

Uit de menigte werd geantwoord: ‘Dat is Jezus, de profeet uit Nazaret in Galilea.’

Israëlieten, luister naar wat ik u zeg: Jezus uit Nazaret is door God tot u gezonden, hetgeen gebleken is uit de grote daden en de wonderen en tekenen die God, zoals u bekend is, door zijn toedoen onder u heeft verricht.

Daarop zei de vrouw: ‘Nu begrijp ik, heer, dat u een profeet bent!