SV
57En de tijd van Elizabet werd vervuld, dat zij baren zoude, en zij baarde een zoon.
58En die daar rondom woonden, en haar magen hoorden, dat de Heere Zijn barmhartigheid grotelijks aan haar bewezen had, en waren met haar verblijd.
59En het geschiedde, dat zij op den achtsten dag kwamen, om het kindeken te besnijden, en noemden het Zacharias, naar den naam zijns vaders.
60En zijn moeder antwoordde en zeide: Niet alzo, maar hij zal Johannes heten.
61En zij zeiden tot haar: Er is niemand in uw maagschap, die met dien naam genaamd wordt.
62En zij wenkten zijn vader, hoe hij wilde, dat hij genaamd zou worden.
63En als hij een schrijftafeltje geeist had, schreef hij, zeggende: Johannes is zijn naam. En zij verwonderden zich allen.
Deze bijbeltekst is ontleend aan aan de Staten Vertaling van 1637