Lukas 1:26-35

SV

26En in de zesde maand werd de engel Gabriel van God gezonden naar een stad in Galilea, genaamd Nazareth;
27Tot een maagd, die ondertrouwd was met een man, wiens naam was Jozef, uit den huize Davids; en de naam der maagd was Maria.
28En de engel tot haar ingekomen zijnde, zeide: Wees gegroet, gij begenadigde; de Heere is met u; gij zijt gezegend onder de vrouwen.
29En als zij hem zag, werd zij zeer ontroerd over dit zijn woord, en overlegde, hoedanig deze groetenis mocht zijn.
30En de engel zeide tot haar: Vrees niet, Maria, want gij hebt genade bij God gevonden.
31En zie, gij zult bevrucht worden, en een Zoon baren, en zult Zijn naam heten JEZUS.
32Deze zal groot zijn, en de Zoon des Allerhoogsten genaamd worden; en God, de Heere, zal Hem den troon van Zijn vader David geven.
33En Hij zal over het huis Jakobs Koning zijn in der eeuwigheid, en Zijns Koninkrijks zal geen einde zijn.
34En Maria zeide tot den engel: Hoe zal dat wezen, dewijl ik geen man bekenne?
35En de engel, antwoordende, zeide tot haar: De Heilige Geest zal over u komen, en de kracht des Allerhoogsten zal u overschaduwen; daarom ook, dat Heilige, Dat uit u geboren zal worden, zal Gods Zoon genaamd worden.

KJV

26And in the sixth month the angel Gabriel was sent from God unto a city of Galilee, named Nazareth,
27To a virgin espoused to a man whose name was Joseph, of the house of David; and the virgin's name was Mary.
28And the angel came in unto her, and said, Hail, thou that art highly favoured, the Lord is with thee: blessed art thou among women.
29And when she saw him, she was troubled at his saying, and cast in her mind what manner of salutation this should be.
30And the angel said unto her, Fear not, Mary: for thou hast found favour with God.
31And, behold, thou shalt conceive in thy womb, and bring forth a son, and shalt call his name JESUS.
32He shall be great, and shall be called the Son of the Highest: and the Lord God shall give unto him the throne of his father David:
33And he shall reign over the house of Jacob for ever; and of his kingdom there shall be no end.
34Then said Mary unto the angel, How shall this be, seeing I know not a man?
35And the angel answered and said unto her, The Holy Ghost shall come upon thee, and the power of the Highest shall overshadow thee: therefore also that holy thing which shall be born of thee shall be called the Son of God.
Helaas geen NBV vertaling meer. Binnen de huidige voorwaarden van het Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap is dit momenteel niet toegestaan.

Suggesties voor alternatieven zijn welkom via het feedback formulier.