Gerelateerd aan Jeremia 33:26

Gerelateerd aan Jeremia 33:26

Jesaja 14:1

Maar over Jakob zal de HEER zich ontfermen, weer wordt Israël uitverkoren. Hij zal hen in vrede laten wonen op hun eigen grond. Vreemdelingen zullen zich bij hen aansluiten en zich voegen bij het volk van Jakob.
Gerelateerd aan Jeremia 33:26

Jeremia 31:37

Dit zegt de HEER: Zoals de hoogte van de hemel niet gemeten wordt, de diepte van het fundament der aarde niet gepeild, zo verwerp ik niet het nageslacht van Israël om alles wat het heeft misdaan- spreekt de HEER.
Gerelateerd aan Jeremia 33:26

Hosea 2:23

(2:25) want het land zaai ik in met mijn volk. Over Lo-Ruchama zal ik mij ontfermen, Lo-Ammi noem ik weer mijn volk, en dan antwoordt hij: 'Mijn God.'
Gerelateerd aan Jeremia 33:26

Jesaja 54:8

Ik verborg mijn gezicht voor je in laaiende toorn, één ogenblik lang, maar ik zal me weer over je ontfermen met eeuwigdurende liefde, zegt de HEER, die je vrijkoopt.
Gerelateerd aan Jeremia 33:26

Jeremia 31:20

Is Efraïm niet mijn geliefde zoon, is hij niet mijn oogappel? Telkens als ik over hem spreek rijst zijn beeld in mij op, dan raak ik diep bewogen. Ik móet mij over hem ontfermen- spreekt de HEER.
Gerelateerd aan Jeremia 33:26

Ezechiel 39:25

Maar, zegt God, de HEER: Nu zal ik Jakobs lot ten goede keren, me ontfermen over heel het volk van Israël en strijden voor mijn heilige naam.
Gerelateerd aan Jeremia 33:26

Hosea 1:7

Maar over het volk van Juda zal ik me wel ontfermen; ik, de HEER, hun God, zal hen bevrijden door mijn macht, niet door het geweld van boog en zwaard of door paarden en ruiters.'
Gerelateerd aan Jeremia 33:26

Romeinen 11:32

Want God heeft ieder mens uitgeleverd aan de ongehoorzaamheid, opdat hij voor ieder mens barmhartig kan zijn.
Gerelateerd aan Jeremia 33:26

Genesis 49:10

In Juda’s handen zal de scepter blijven, tussen zijn voeten de heersersstaf, totdat hij komt die er recht op heeft, die alle volken zullen dienen.
Gerelateerd aan Jeremia 33:26

Ezra 2:1

(1-2) Hier volgt een lijst van inwoners van de provincie Juda die zijn teruggekeerd uit de ballingschap in Babylonië, waarheen zij eerder waren weggevoerd door koning Nebukadnessar. Zij zijn teruggekeerd met Zerubbabel, Jesua, Nechemja, Seraja, Reëlaja, Mordechai, Bilsan, Mispar, Bigwai, Rechum en Baäna, en vestigden zich in Jeruzalem en Juda, in hun eigen steden. De aantallen: Israëlitische mannen:
Gerelateerd aan Jeremia 33:26

Zacharia 10:6

Ik zal het volk van Juda onoverwinnelijk maken en de nakomelingen van Jozef laten zegevieren. Ik ben vol zorg voor hen en zal hen veilig thuisbrengen. Dan zal het weer zijn als voorheen, alsof ik hen nooit verstoten had, want ik ben de HEER, hun God, en ik zal hun gebeden verhoren.
Gerelateerd aan Jeremia 33:26

Jeremia 33:7

Ik breng een keer in het lot van Juda en Israël en maak ze weer tot het volk van vroeger.
Gerelateerd aan Jeremia 33:26

Ezra 2:70

De priesters, de Levieten en een deel van het volk, de tempelzangers, de poortwachters en de tempelknechten vestigden zich in hun eigen steden, en alle andere Israëlieten in de overige steden.