Gerelateerd aan Handelingen 13:22-23

Gerelateerd aan Handelingen 13:22

1 Koningen 15:5

David had immers steeds gedaan wat goed is in de ogen van de HEER en zich altijd gehouden aan wat God hem opdroeg, behalve in de kwestie met de Hethiet Uria.
Gerelateerd aan Handelingen 13:22

1 Samuel 13:13

'Hoe hebt u zo dom kunnen doen?' vroeg Samuël. 'Waarom hebt u zich niet gehouden aan het gebod dat de HEER, uw God, u heeft opgelegd? Dan had de HEER uw koningschap over Israël nu voor altijd bestendigd.
Gerelateerd aan Handelingen 13:22

1 Samuel 16:1

De HEER vroeg aan Samuël: 'Hoe lang blijf je nog treuren om Saul, die ik als koning van Israël verworpen heb? Kom, vul je hoorn met olie en ga voor mij naar Isaï in Betlehem, want een van zijn zonen heb ik als koning uitgekozen.'
Gerelateerd aan Handelingen 13:22

1 Samuel 16:13

Samuël nam de hoorn met olie en zalfde hem te midden van zijn broers. Van toen af aan was David doordrongen van de geest van de HEER. Daarna vertrok Samuël weer naar Rama.
Gerelateerd aan Handelingen 13:22

Psalmen 78:70

Zijn keuze viel op David, zijn dienaar, hij riep hem weg bij de schapen,
Gerelateerd aan Handelingen 13:22

Psalmen 89:19

(89:20) Ooit hebt u in een visioen gesproken tot uw getrouwen en gezegd: 'Ik heb hulp geboden aan een held, een jongen uit het volk verheven.
Gerelateerd aan Handelingen 13:22

Ezechiel 37:24

David, mijn dienaar, zal hun koning zijn, en samen zullen ze één herder hebben. Mijn regels zullen ze in acht nemen en volgens mijn wetten zullen ze leven.
Gerelateerd aan Handelingen 13:22

2 Samuel 2:4

De Judeeërs kwamen naar Hebron en zalfden David tot koning van Juda. Men vertelde aan David dat Saul door de bevolking van Jabes in Gilead was begraven.
Gerelateerd aan Handelingen 13:22

1 Koningen 15:3

Hij bedreef alle zonden die zijn vader vóór hem had bedreven en was, in tegenstelling tot zijn voorvader David, de HEER, zijn God, niet met heel zijn hart toegedaan.
Gerelateerd aan Handelingen 13:22

1 Samuel 15:26

'Nee, 'antwoordde Samuël. 'U hebt de opdracht van de HEER verworpen, daarom verwerpt de HEER u als koning van Israël.'
Gerelateerd aan Handelingen 13:22

1 Samuel 15:23

Weerspannigheid is even erg als toverij, en eigenzinnigheid is even slecht als afgodendienst. U hebt de opdracht van de HEER verworpen; daarom verwerpt hij u als koning!'
Gerelateerd aan Handelingen 13:22

1 Samuel 15:28

En Samuël zei: 'Hierbij scheurt de HEER het koningschap over Israël van u los en geeft hij het aan iemand anders, iemand die waardiger is dan u.
Gerelateerd aan Handelingen 13:22

Handelingen 15:8

God, die weet wat er in de mensen omgaat, heeft blijk gegeven van zijn vertrouwen in de heidenen door hun de heilige Geest te schenken, zoals hij die ook aan ons geschonken heeft.
Gerelateerd aan Handelingen 13:22

1 Samuel 31:6

Zo sneuvelden Saul, zijn drie zonen, zijn wapendrager en al zijn manschappen op een en dezelfde dag.
Gerelateerd aan Handelingen 13:22

Hebreeën 11:4

Door zijn geloof had het offer dat Abel aan God bracht meer waarde dan dat van Kaïn. Over Abel wordt dan ook lovend gesproken als over een rechtvaardige-God zelf liet zich prijzend uit over zijn gaven-, en door zijn geloof klinkt zijn stem nog steeds, ook al is hij gestorven.
Gerelateerd aan Handelingen 13:22

2 Samuel 7:8

Welnu, zeg tegen mijn dienaar, tegen David: "Dit zegt de HEER van de hemelse machten: Ik heb je achter de kudde vandaan gehaald om mijn volk, Israël, te leiden.
Gerelateerd aan Handelingen 13:22

Handelingen 7:46

David werd door God begunstigd en vroeg om een heiligdom voor het volk van Jakob.
Gerelateerd aan Handelingen 13:22

2 Samuel 5:3

De oudsten van Israël kwamen bij de koning in Hebron. Daar sloot koning David ten overstaan van de HEER een verdrag met hen, en zij zalfden hem tot koning van Israël.
Gerelateerd aan Handelingen 13:22

Hosea 3:5

Dan zullen ze weer verlangen naar de HEER, hun God, en hun koning David; en uiteindelijk keren ze vol ontzag terug naar de HEER en zijn zegen.
Gerelateerd aan Handelingen 13:22

Jeremia 33:26

Zomin als ik die zal verwerpen, zal ik het nageslacht van Jakob en van mijn dienaar David verwerpen. Ik zal altijd een van zijn nakomelingen laten heersen over het nageslacht van Abraham, Isaak en Jakob. Ik zal hun lot ten goede keren en mij over hen ontfermen.’
1
2
3
4
Volgende