Gerelateerd aan Exodus 20:7

Leg geen valse eed af als je bij mijn naam zweert, want daarmee ontwijd je de naam van je God. Ik ben de HEER.

Misbruik de naam van de HEER, uw God, niet, want wie zijn naam misbruikt laat hij niet vrijuit gaan.

Maar bovenal, broeders en zusters, zweer geen enkele eed, niet bij de hemel, niet bij de aarde, nergens bij. Laat uw ja ja zijn, en uw nee nee, anders zult u ervoor gestraft worden.

maar zweer waarachtig, eerlijk en oprecht: “Zo waar de HEER leeft.” Dan willen alle volken worden gezegend als Israël, ze zullen zich met Israël gelukkig prijzen.

Mensen zweren altijd bij iemand die hoger is dan zijzelf, en met hun eed bekrachtigen ze de waarheid en beëindigen ze elke twist.

Jullie hebben ook gehoord dat destijds tegen het volk werd gezegd: “Leg geen valse eed af, voor de Heer gedane geloften moeten worden ingelost.”

Breng God een dankoffer en doe wat je de Allerhoogste belooft.

De mannen zeiden: 'We zijn niet in alle gevallen gebonden aan de eed die je ons hebt laten zweren.

Wee jullie, blinde leiders, jullie zeggen: “Wanneer iemand zweert bij de tempel, is dat niet geldig. Alleen wie zweert bij het goud van de tempel, is aan die eed gebonden.”

Zweer me dan bij de HEER dat jullie mijn familie en mij goed zullen behandelen. Ik heb jullie toch ook goed behandeld? Zweer het me, geef me de zekerheid

We moeten onze eed gestand doen en ze in leven laten, anders roepen we de woede van de HEER over ons af omdat we onze eed hebben geschonden.

Maar Jezus bleef zwijgen. De hogepriester zei: ‘Ik bezweer u bij de levende God, zeg ons of u de messias bent, de Zoon van God.’

en een vloek uitsprak waarin hij Gods naam lasterde, werd hij aan Mozes voorgeleid. Zijn moeder heette Selomit; ze was een dochter van Dibri en behoorde tot de stam Dan.

Want als ik rijk zou zijn, zou ik u wellicht verloochenen, zou ik kunnen zeggen: 'Wie is de HEER?' En als ik arm zou zijn, zou ik stelen en de naam van mijn God te schande maken.

Toon ontzag voor de HEER, uw God, dien hem, wees hem toegedaan en zweer alleen bij zijn naam.

Ik roep God op als mijn getuige, ik zweer bij mijn leven dat ik van een tweede bezoek aan Korinte heb afgezien om u te sparen.

Tijdens de regering van David heerste er eens drie jaar achtereen hongersnood. David wendde zich tot de HEER, en de HEER antwoordde: 'Het komt door Saul en zijn moordenaarsbende, omdat hij de Gibeonieten heeft gedood.'