Gerelateerd aan Zacharia 8:8

Jullie zullen in het land wonen dat ik aan je voorouders gegeven heb, jullie zullen mijn volk zijn en ik zal jullie God zijn.

Dan zullen ze mijn wetten gehoorzamen en mijn regels in acht nemen. Zij zullen mijn volk zijn en ik zal hun God zijn.

maar zweer waarachtig, eerlijk en oprecht: “Zo waar de HEER leeft.” Dan willen alle volken worden gezegend als Israël, ze zullen zich met Israël gelukkig prijzen.

Ik hoorde een luide stem vanaf de troon, die uitriep: 'Gods woonplaats is onder de mensen, hij zal bij hen wonen. Zij zullen zijn volken zijn en God zelf zal als hun God bij hen zijn.

Dat deel zal ik louteren in het vuur: ik zal hen smelten als zilver en zuiveren als goud. Zij zullen mijn naam aanroepen en ik zal antwoorden. Ik zal zeggen: 'Dit is mijn volk, 'en zij zullen zeggen: 'De HEER is onze God.'

Wat heeft de tempel van God met afgoden te maken? Wijzelf zijn de tempel van de levende God, zoals God heeft gezegd: 'Ik zal bij hen wonen en in hun midden verkeren, ik zal hun God zijn en zij mijn volk.

Maar dit is het verbond dat ik in de toekomst met Israël zal sluiten-spreekt de HEER: Ik zal mijn wet in hun binnenste leggen en hem in hun hart schrijven. Dan zal ik hun God zijn en zij mijn volk.

Bij hen zal ik wonen; ik zal hun God zijn en zij zullen mijn volk zijn.

Ze zullen wonen in het land dat ik aan mijn dienaar Jakob gegeven heb, het land van jullie voorouders. Zij en hun kinderen en de kinderen van hun kinderen zullen daar voor altijd wonen, en mijn dienaar David zal voor altijd hun vorst zijn.

(2:21) Ik zal je voorgoed tot mijn vrouw maken, ik zal je hecht aan mij verbinden, door liefde en ontferming.

Ik zal in je midden verkeren; ik zal jullie God zijn en jullie mijn volk.

Wie overwint komen al deze dingen toe. Ik zal zijn God zijn en hij zal mijn kind zijn.

Jullie zullen mijn volk zijn, en ik zal jullie God zijn.

(2:15) Er komt een tijd dat vele volken zich bij mij zullen aansluiten. Zij zullen mijn volk zijn, en bij jou, Sion, zal ik wonen.' Dan zullen jullie inzien dat de HEER van de hemelse machten mij naar jullie gezonden heeft.

Dan zal ik voor elke stam van Israël een God zijn, dan is Israël mijn volk-spreekt de HEER.

(4:20) Nooit gaat Juda ten onder en Jeruzalem blijft altijd bewoond.

Zij zullen mijn volk zijn en ik zal hun God zijn.

In die tijd zal men Jeruzalem “Troon van de HEER” noemen. Alle volken zullen er samenstromen, ze zullen op de naam van de HEER afkomen en zich niet meer laten leiden door hun koppig en boosaardig hart.

Ik zal er weer vreugde in vinden hen te zegenen en zal hen voorgoed in dit land planten. Met hart en ziel zal ik dat doen.

Maar jullie vinden een toevlucht op de Sion; de Sion wordt weer een heilige plaats. Het volk van Jakob zal zijn bezetters verjagen: