Gerelateerd aan Zacharia 10:11

Dit zegt God, de HEER: Alle afgoden zal ik vernietigen, de nietswaardige goden van Memfis laat ik verdwijnen, Egypte zal zonder vorst zijn. Er zal angst heersen in het hele land.

De zee zag en vluchtte, de Jordaan trok zich terug,

Het water van de zee zal verdampen, de Nijl loopt leeg en valt droog.

Ik breek de Assyrische heerschappij over mijn land, ik verbrijzel Assyrië op mijn bergen. Mijn volk wordt van zijn juk bevrijd, zijn last wordt van hun schouders genomen.’

Was u het niet die de zee drooglegde, het water in de diepte, die een weg baande op de bodem van de zee waarover het verloste volk kon gaan?

Toen hield Mozes zijn arm boven de zee, en de HEER liet de zee terugwijken door gedurende de hele nacht een krachtige oostenwind te laten waaien. Hij veranderde de zee in droog land. Het water spleet,

Ze vierden vrolijk het feest van het Ongedesemde brood, zeven dagen lang, want de HEER had hen met vreugde vervuld: hij had de koning van Assyrië op andere gedachten jegens hen gebracht, zodat de koning hen krachtig steunde bij het werk aan de tempel van God, de God van Israël.

(5:4) en hij brengt vrede. Wanneer Assyrië ons land binnenvalt en zijn voet in onze paleizen zet, zullen wij zeven herders doen opstaan, ja, acht vorsten uit mensen gekozen.

Zodra de priesters bij de Jordaan waren gekomen en hun voeten door het water werden omspoeld-de Jordaan stond de hele oogsttijd buiten zijn oevers-,

Ik zal hun lot ten goede keren en hen terugbrengen naar Patros, het land van hun oorsprong. Daar zullen ze een onbeduidend koninkrijk vormen.

Waarvoor, zee, neem je de vlucht, Jordaan, trek jij je terug?

(77:17) Toen het water u zag, o God, toen het water u zag, begon het te beven, een huivering trok door de oceanen.

Dan zal de HEER de zeearm van Egypte splijten; de Eufraat bedwingt hij met zijn machtige adem, hij slaat het water uiteen in zeven beken waar men droogvoets door kan gaan.

Hij sloeg met Elia's mantel op het water en riep uit: 'Waar is de HEER, de God van Elia?' Dus ook hij sloeg op het water en opnieuw vloeide het naar links en naar rechts weg, zodat Elisa kon oversteken.

Elia deed zijn mantel af en vouwde hem dubbel. Hij sloeg ermee op het water, waarop het naar links en naar rechts wegvloeide en zij tweeën droog konden oversteken.

Moet je door het water gaan-ik ben bij je; of door rivieren-je wordt niet meegesleurd. Moet je door het vuur gaan-het zal je niet verteren, de vlammen zullen je niet verschroeien.

Hij zal zijn hand uitstrekken naar het noorden, Assyrië te gronde richten, Nineve tot een wildernis maken, dor als een woestijn.

Mozes gehoorzaamde, en toen de dageraad aanbrak, stroomde de zee terug naar haar gewone plaats. De Egyptenaren vluchtten het water tegemoet, de HEER dreef hen regelrecht de golven in.

De zesde engel goot zijn offerschaal leeg over de grote rivier de Eufraat. De rivier viel droog en maakte de weg vrij voor de koningen uit het oosten.

U hebt ons beproefd, o God, ons gezuiverd, gezuiverd als zilver,