Spreuken 30:25-27

SV

25De mieren zijn een onsterk volk; evenwel bereiden zij in de zomer haar spijs.
26De konijnen zijn een machteloos volk; nochtans stellen zij hun huis in den rotssteen.
27De sprinkhanen hebben geen koning; nochtans gaan zij allen uit, zich verdelende in hopen.

KJV

25The ants are a people not strong, yet they prepare their meat in the summer;
26The conies are but a feeble folk, yet make they their houses in the rocks;
27The locusts have no king, yet go they forth all of them by bands;
Helaas geen NBV vertaling meer. Binnen de huidige voorwaarden van het Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap is dit momenteel niet toegestaan.

Suggesties voor alternatieven zijn welkom via het feedback formulier.