Gerelateerd aan Spreuken 25:18
Gerelateerd aan Spreuken 25:18
Psalmen 57:4
(57:5) Tussen leeuwen moet ik liggen, tussen dieren die mensen verslinden, hun tanden zijn speren en pijlen, hun tong is een geslepen zwaard.
Gerelateerd aan Spreuken 25:18
Spreuken 12:18
De woorden van een dwaas zijn dolkstoten, wat de wijze zegt, brengt genezing.
Gerelateerd aan Spreuken 25:18
Jeremia 9:8
Zou ik hen hierom niet straffen? -spreekt de HEER. Zou ik mij niet wreken op een volk dat zoiets doet?’
Gerelateerd aan Spreuken 25:18
Jakobus 3:6
Onze tong is net zo'n vlam: een wereld van onrecht, die onze lichaamsdelen in brand steekt. Want hij besmet het hele lichaam, hij steekt het rad van het leven in brand, met vuur uit de Gehenna.
Gerelateerd aan Spreuken 25:18
Psalmen 140:3
(140:4) Hun tong is scherp als die van een slang, achter hun lippen schuilt het gif van een adder. sela
Gerelateerd aan Spreuken 25:18
Spreuken 24:28
Leg over een ander geen vals getuigenis af, waarom zou je liegen?
Gerelateerd aan Spreuken 25:18
Jeremia 9:3
Wees allen op je hoede voor vrienden, verlaat je niet op je broers. Elke broer bedriegt als Jakob, elke vriend strooit lasterpraat rond.
Gerelateerd aan Spreuken 25:18
Psalmen 120:3
Wat zal je straf zijn, bedrieglijke tong, en wat je straf nog verzwaren?
Gerelateerd aan Spreuken 25:18
Psalmen 52:2
(52:4) Je zint op ongeluk, je tong is het scherpe mes van een bedrieger.
Gerelateerd aan Spreuken 25:18
Psalmen 55:21
(55:22) Zijn mond is glad als boter, maar vijandig is zijn hart, zijn woorden, zachter dan olie, zijn een getrokken dolk.