Gerelateerd aan Spreuken 19:17

Gerelateerd aan Spreuken 19:17

Spreuken 28:27

Wie aan de armen geeft, lijdt nooit gebrek, wie zijn ogen sluit, wordt door veel vervloekingen getroffen.
Gerelateerd aan Spreuken 19:17

Hebreeën 6:10

Want God is niet zo onrechtvaardig dat hij vergeet wat u hebt gedaan, hoeveel liefde u aan zijn naam hebt betoond door sinds jaar en dag steun te verlenen aan de gelovigen.
Gerelateerd aan Spreuken 19:17

Lukas 6:38

Geef, dan zal je gegeven worden; een goede, stevig aangedrukte, goed geschudde en overvolle maat zal je worden toebedeeld. Want de maat die je voor anderen gebruikt, zal ook voor jullie worden gebruikt.’
Gerelateerd aan Spreuken 19:17

Mattheüs 25:40

En de koning zal hun antwoorden: “Ik verzeker jullie: alles wat jullie gedaan hebben voor een van de onaanzienlijksten van mijn broeders of zusters, dat hebben jullie voor mij gedaan.”
Gerelateerd aan Spreuken 19:17

2 Korinthe 9:6

Bedenk dit: wie karig zaait, zal karig oogsten; wie overvloedig zaait, zal overvloedig oogsten.
Gerelateerd aan Spreuken 19:17

Prediker 11:1

Werp je brood uit over het water, want je vindt het later weer terug.
Gerelateerd aan Spreuken 19:17

Jesaja 58:7

Is het niet: je brood delen met de hongerige, onderdak bieden aan armen zonder huis, iemand kleden die naakt rondloopt, je bekommeren om je medemensen?
Gerelateerd aan Spreuken 19:17

Filippensen 4:17

Niet dat het mij om uw gaven te doen is, ik ben er juist op uit dat het tegoed op uw rekening oploopt.
Gerelateerd aan Spreuken 19:17

Spreuken 28:8

Wie zijn bezit vergroot door woekerrente, vergroot het voor wie zich bekommert om verschoppelingen.
Gerelateerd aan Spreuken 19:17

Mattheüs 10:41

Wie een profeet ontvangt omdat het een profeet is, zal als een profeet beloond worden, en wie een rechtvaardige ontvangt omdat het een rechtvaardige is, zal als een rechtvaardige beloond worden.
Gerelateerd aan Spreuken 19:17

Deuteronomium 15:7

Zou er in een van de steden in het land dat de HEER, uw God, u zal geven toch iemand uit uw eigen volk gebrek lijden, dan mag dat u niet koud laten. U mag uw hand niet op de zak houden,
Gerelateerd aan Spreuken 19:17

Spreuken 11:24

Wie vrijgevig is, wordt almaar rijker, wie gierig is, wordt arm.
Gerelateerd aan Spreuken 19:17

Spreuken 14:31

Wie een verschoppeling onderdrukt, beledigt zijn schepper, wie zich over een arme ontfermt, eert hem.
Gerelateerd aan Spreuken 19:17

Spreuken 14:21

Wie zijn medemens veracht, is een zondaar, gelukkig hij die zich bekommert om de armen.
Gerelateerd aan Spreuken 19:17

Spreuken 12:14

Wie iets goeds zegt, voedt zich met zijn eigen woorden, van wat hij tot stand brengt, profiteert hij zelf.
Gerelateerd aan Spreuken 19:17

2 Samuel 12:6

Viervoudig moet hij het lam vergoeden, omdat hij zich zo harteloos heeft gedragen.'