Gerelateerd aan Spreuken 18:7

Wie zijn mond op slot houdt, waakt over zichzelf, wie zijn lippen hun gang laat gaan, stort zichzelf in het verderf.

Een kwaadaardig mens verstrikt zich in zijn eigen leugens, een rechtvaardige ontsnapt aan ieder gevaar.

Een wijze loopt niet met zijn kennis te koop, het gebazel van een dwaas leidt tot een ramp.

(140:10) Dat het hoofd van mijn belagers wordt getroffen door de vloek van hun lippen.

(64:9) hun eigen tong heeft hen ten val gebracht, wie hen ziet, schudt verbijsterd het hoofd.

Meteen toen hij haar zag scheurde hij zijn kleren en riep uit: 'Ach mijn kind, dat jij me deze slag moet toebrengen, dat juist jij het bent die me in het ongeluk stort! Ik heb de HEER een gelofte gedaan en daar kan ik niet op terugkomen.'

als je aan je woord gebonden bent, vastgeketend zit aan je belofte-

Ze gingen naar de hogepriesters en de oudsten en zeiden: ‘We hebben een heilige eed gezworen om niets meer te eten voor we Paulus hebben gedood.

Een wijze doet wat hem geboden wordt, een bedrieger komt ten val.

Wanneer de slang niet wordt bezworen en dan bijt, helpt de kunst hem te bezweren niet meer.

En hij bezwoer haar: ‘Wat je ook vraagt, ik zal het je geven, al was het de helft van mijn koninkrijk!’

Van de Israëlieten werd die dag het uiterste gevergd, want Saul had de soldaten onder ede bezworen: 'Vervloekt wie het waagt om vóór de avond iets te eten, voor ik me op mijn vijanden heb gewroken.' Dus nam niemand ook maar iets te eten.