Gerelateerd aan Spreuken 11:6

Gerelateerd aan Spreuken 11:6

Prediker 10:8

Wie een kuil graaft, loopt de kans erin te vallen; wie een bres slaat in de muur, kan gebeten worden door een slang.
Gerelateerd aan Spreuken 11:6

1 Koningen 2:44

En de koning vervolgde: 'U weet maar al te goed wat u mijn vader David hebt aangedaan. De HEER zal u uw wandaad vergelden;
Gerelateerd aan Spreuken 11:6

Psalmen 7:15

(7:16) Hij delft een put en diept hem uit, maar valt in de kuil die hij zelf heeft gegraven.
Gerelateerd aan Spreuken 11:6

1 Samuel 12:3

Hier sta ik. Zeg mij nu ten overstaan van de HEER en zijn gezalfde: Heb ik ooit iemand zijn stier afgenomen? Heb ik ooit iemand zijn ezel afgenomen? Heb ik ooit iemand uitgebuit of mishandeld? Heb ik me ooit door iemand laten omkopen om oogluikend iets toe te staan? Mocht dat zo zijn, dan zal ik het u vergoeden.'
Gerelateerd aan Spreuken 11:6

Spreuken 5:22

Wie kwaad doet, zet voor zichzelf een val, hij raakt verstrikt in de koorden van zijn zonde.
Gerelateerd aan Spreuken 11:6

1 Koningen 2:32

De HEER zal het hem met de dood laten bekopen dat hij twee mannen heeft vermoord die allebei beter en rechtvaardiger waren dan hij. Buiten medeweten van mijn vader David heeft hij hen gedood: Abner, de zoon van Ner, de opperbevelhebber van het leger van Israël, en Amasa, de zoon van Jeter, de opperbevelhebber van het leger van Juda.
Gerelateerd aan Spreuken 11:6

Genesis 30:33

Of ik eerlijk te werk ga zal blijken als u mijn loon komt inspecteren: alle geiten die niet gespikkeld of gevlekt zijn en alle schapen die niet zwart zijn, mag u als gestolen beschouwen.’
Gerelateerd aan Spreuken 11:6

Genesis 31:37

en dat u al mijn spullen hebt doorzocht? Hebt u ook maar iets aangetroffen dat van u is? Leg het dan hier neer en laat het zien aan mijn en uw verwanten, dan moeten zij maar uitmaken wie van ons beiden in zijn recht staat.