Gerelateerd aan Psalmen 9:4

(140:13) Dit weet ik: de HEER doet recht aan zwakken en armen.

Hij werd gehoond en hoonde zelf niet, hij leed en dreigde niet, hij liet het oordeel over aan hem die rechtvaardig oordeelt.

(47:9) God heerst als koning over de volken, God zetelt op zijn heilige troon.

Over de zwakken velt hij een rechtvaardig oordeel, de armen in het land geeft hij een eerlijk vonnis. Hij tuchtigt de aarde met de gesel van zijn mond, met de adem van zijn lippen doodt hij de schuldigen.

voor de HEER, want hij is in aantocht, in aantocht is hij als rechter van de aarde. Rechtvaardig zal hij de wereld berechten, de volken oordelen, trouw aan zijn woord.

voor de HEER, want hij is in aantocht als rechter van de aarde. Rechtvaardig zal hij de wereld berechten, de volken oordelen naar recht en wet.

(45:7) Uw troon is voor eeuwig en altijd, o god, de scepter van het recht is uw koningsscepter,

HEER, mijn enig bezit, mijn levensbeker, u houdt mijn lot in handen.

(89:15) uw troon rust op recht en gerechtigheid, liefde en waarheid staan in uw dienst.