Gerelateerd aan Psalmen 78:35

Hij is een rots, hij staat voor recht; alles wat hij doet is volmaakt. Trouw is God, rechtvaardig en zuiver, in hem is geen spoor van kwaad.

U bevrijdde dit volk en ging het liefdevol voor, sterk en machtig leidde u het naar uw heilige woning.

Toen werd Jesurun vadsig en vet, het raakte verzadigd, werd dik en rond. Het kwam in verzet, liep weg van zijn schepper, versmaadde zijn stut en steun, zijn rots.

Wees niet bang, kleine Jakob, arm volk van Israël, ik zal je helpen-spreekt de HEER -,de Heilige van Israël is je bevrijder.

Dan zouden zij op God vertrouwen, Gods grote daden niet vergeten en zich richten naar zijn geboden.

Hij heeft zichzelf voor ons gegeven om ons van alle zonde vrij te kopen, ons te reinigen en ons tot zijn volk te maken, dat vol ijver is om het goede te doen.

Zij dachten niet aan zijn helpende hand, aan de dag dat hij hen verloste van hun belager

Dit zegt de HEER, Israëls koning en bevrijder, de HEER van de hemelse machten: Ik ben de eerste en de laatste, er is geen god buiten mij.

Dit zegt de HEER, je bevrijder, de Heilige van Israël: Ik ben de HEER, jullie God, die jullie onderricht in je eigen belang, die jullie leidt op de weg die je gaat.

Denk aan het volk dat u ooit hebt verworven, de stam die u hebt vrijgekocht, uw eigen bezit, de Sionsberg waar u ging wonen.

Daarom moet je dit tegen hen zeggen: "Ik ben de HEER. Ik zal de last die de Egyptenaren jullie opleggen van je afnemen, ik zal jullie uit je slavenbestaan bevrijden. Met opgeheven arm zal ik jullie verlossen en de Egyptenaren zwaar straffen.

Maar omdat hij u liefhad en zich wilde houden aan wat hij uw voorouders onder ede had beloofd, heeft de HEER u met sterke hand bevrijd uit de slavernij, uit de macht van de farao, de koning van Egypte.

En ik bad tot de HEER: ‘Ach HEER, mijn God, spaar toch het volk dat u toebehoort en dat u zelf in uw grootheid hebt gered en met sterke hand uit Egypte hebt weggeleid.

Want hoe zouden zij met één man duizend van jullie kunnen achtervolgen, met twee er tienduizend verjagen, als de HEER, jullie rots, je niet uitleverde?

maar snel vergaten zij wat hij gedaan had, ze wachtten niet geduldig zijn plannen af.

Vergeten waren zij God, hun redder, die iets groots had verricht in Egypte,

Zij vergaten zijn grote daden, de wonderen die hij had getoond.

Hij zei: ‘Natuurlijk, het is mijn volk! Mijn kinderen zijn te vertrouwen.’ Daarom wilde hij hun redder zijn.

Bedenk dat u zelf slaaf bent geweest in Egypte totdat de HEER, uw God, u bevrijdde. Daarom geef ik u vandaag dit gebod.