Gerelateerd aan Psalmen 69:4

Zo ging in vervulling wat in hun wet geschreven staat: “Ze hebben mij zonder reden gehaat.”

Gun mijn vijanden, die valsaards, geen leedvermaak, mijn redeloze haters geen blik van triomf,

Maar hij was het die onze ziekten droeg, die ons lijden op zich nam. Wij echter zagen hem als een verstoteling, door God geslagen en vernederd.

(40:13) ook nu rampen mij omringen, talloos vele, nu mijn zonden mij achtervolgen en ik geen uitweg zie, nu ze talrijker zijn dan de haren op mijn hoofd en de moed mij is ontzonken.

Valse getuigen staan tegen mij op en vragen mij naar wat ik niet weet.

(38:20) Maar mijn vijanden leven, zij zijn sterk, zij zijn met velen en blind is hun haat.

Ook Christus immers heeft, terwijl hij zelf rechtvaardig was, geleden voor de zonden van onrechtvaardigen, voor eens en altijd, om u zo bij God te brengen. Naar het lichaam werd hij gedood maar naar de geest tot leven gewekt.

God heeft hem die de zonde niet kende voor ons één gemaakt met de zonde, zodat wij door hem rechtvaardig voor God konden worden.

(7:4) HEER, mijn God, als ik iets heb misdaan, als er onrecht kleeft aan mijn handen,

(59:4) Zij hebben het op mijn leven voorzien en vallen mij aan met geweld. Niet om mijn misdaad, niet om mijn zonde, HEER,

die geen enkele zonde beging en over wiens lippen geen leugen kwam.

ze bestoken mij met woorden van haat, zonder reden bestrijden ze mij.

Hij heeft in zijn lichaam onze zonden het kruishout op gedragen, opdat wij, dood voor de zonde, rechtvaardig zouden leven. Door zijn striemen bent u genezen.