Gerelateerd aan Psalmen 66:13

(5:3) Wanneer je God toch een gelofte doet, los die dan ook spoedig in. God is niet gesteld op dwazen. Los dus je geloften in.

en mijn geloften aan de HEER inlossen in het bijzijn van heel zijn volk.

(22:26) Van u komt mijn lofzang in de kring van het volk, mijn geloften los ik in bij wie u vrezen.

U wil ik een dankoffer brengen. Ik zal de naam aanroepen van de HEER

(56:13) Aan u, God, heb ik geloften gedaan, met dankoffers wil ik u betalen,

(51:20) Wees Sion welgezind en schenk het voorspoed, bouw de muren van Jeruzalem weer op.

dan mag u zich alleen maar naar de ene plaats begeven die de HEER, uw God, zal uitkiezen om er zijn naam te laten wonen. Ga daar met alles wat u moet afdragen heen: de dieren voor uw brandoffers en vredeoffers, uw tienden en andere heffingen, en de bijzondere offers die u ter nakoming van een gelofte aan de HEER brengt.

Kom zijn poorten binnen met een loflied, hef in zijn voorhoven een lofzang aan, breng hem hulde, prijs zijn naam:

Open voor mij de poorten van de gerechtigheid, ik wil binnengaan om de HEER te loven.

(2:10) Maar ik zal mijn stem in dank verheffen en u offers brengen; mijn geloften los ik in. Het is de HEER die redt!'

Laten we met Jezus’ tussenkomst een dankoffer brengen aan God: het huldebetoon van lippen die zijn naam prijzen, ononderbroken.

De HEER is God, hij heeft ons licht gebracht. Vier feest en ga met groene twijgen tot aan de horens van het altaar.

(2:1) Daar, over de bergen, snelt een boodschapper. Hij kondigt vrede aan. Vier de feesten, Juda, los je geloften in, want nooit meer trekken schurken door je land, ze zijn volledig uitgeroeid.