Psalmen 139:13-16

SV

13Want Gij bezit mijn nieren; Gij hebt mij in mijner moeders buik bedekt.
14Ik loof U, omdat ik op een heel vreselijke wijze wonderbaarlijk gemaakt ben; wonderlijk zijn Uw werken! ook weet het mijn ziel zeer wel.
15Mijn gebeente was voor U niet verholen, als ik in het verborgene gemaakt ben, en als een borduursel gewrocht ben, in de nederste delen der aarde.
16Uw ogen hebben mijn ongevormden klomp gezien; en al deze dingen waren in Uw boek geschreven, de dagen als zij geformeerd zouden worden, toen nog geen van die was.

KJV

13For thou hast possessed my reins: thou hast covered me in my mother's womb.
14I will praise thee; for I am fearfully and wonderfully made: marvellous are thy works; and that my soul knoweth right well.
15My substance was not hid from thee, when I was made in secret, and curiously wrought in the lowest parts of the earth.
16Thine eyes did see my substance, yet being unperfect; and in thy book all my members were written, which in continuance were fashioned, when as yet there was none of them.
Helaas geen NBV vertaling meer. Binnen de huidige voorwaarden van het Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap is dit momenteel niet toegestaan.

Suggesties voor alternatieven zijn welkom via het feedback formulier.