Gerelateerd aan Psalmen 131:1

Wees eensgezind; wees niet hoogmoedig, maar zet uzelf aan tot bescheidenheid. Ga niet af op uw eigen inzicht.

Wie was ik dat ik, door mijn onverstand, uw besluit wilde toedekken? Werkelijk, ik sprak zonder enig begrip, over wonderen, te groot voor mij om te bevatten.

Wie heimelijk een vriend belastert, leg ik het zwijgen op, een trotse blik, een aanmatigend hart verdraag ik niet.

Zou jij dan voor jezelf naar iets bijzonders streven? Doe dat niet, want ik zal onheil brengen over al wat leeft-spreekt de HEER -,maar jou laat ik je leven behouden, waar je ook naartoe gaat.’

Wonderlijk zoals u mij kent, het gaat mijn begrip te boven.

We hebben ook niet geprobeerd de gunst van mensen af te dwingen, niet bij u en niet bij anderen.

Maar Amos antwoordde Amasja: 'Ik ben helemaal geen profeet, en ook geen profetenleerling. Ik ben veeboer en vijgenteler.

Een pelgrimslied van David. Was de HEER niet voor ons geweest, -Israël, blijf het herhalen-

Aan Isaï liet hij vragen: 'Ik ben zeer tevreden over uw zoon. Mag hij voorgoed bij mij in dienst komen?'

Een pelgrimslied van David. Verheugd was ik toen ik hoorde: 'Wij gaan naar het huis van de HEER, '

en hij ging heen en weer tussen het kamp van Saul en Betlehem, waar hij de kudde van zijn vader hoedde.

Toen Davids oudste broer Eliab hem met de soldaten hoorde praten, viel hij woedend uit: 'Wat doe je hier eigenlijk? Hoor jij niet in de woestijn op je schapen te passen? Echt iets voor jou, om met je brutale neus vooraan te willen staan als er gevochten gaat worden.'

Nu was Mozes een zeer bescheiden man-niemand op de hele wereld was zo bescheiden als hij.

Samuël nam de hoorn met olie en zalfde hem te midden van zijn broers. Van toen af aan was David doordrongen van de geest van de HEER. Daarna vertrok Samuël weer naar Rama.

Dan zal hij zich niet inbeelden dat hij meer is dan anderen en in enig opzicht boven de wet staat, en zal zijn koningschap over Israël bestendigd worden en op zijn zonen overgaan.

Zijn keuze viel op David, zijn dienaar, hij riep hem weg bij de schapen,

Neem mijn juk op je en leer van mij, want ik ben zachtmoedig en nederig van hart. Dan zullen jullie werkelijk rust vinden,

Ik ben u, mijn herder, nooit ontvlucht, naar een onheilsdag heb ik nooit uitgezien. U weet wat over mijn lippen komt, al mijn woorden zijn u bekend.

Sauls hovelingen brachten deze woorden aan David over, maar hij antwoordde: 'Jullie denken zeker dat het zo eenvoudig is om schoonzoon van de koning te worden. Ik ben anders maar een arm en eenvoudig man.'

Een pelgrimslied van David. Hoe goed is het, hoe heerlijk als broeders bijeen te wonen!