Gerelateerd aan Psalmen 126:5-6

Zij die de HEER heeft bevrijd, keren terug. Jubelend komen zij naar Sion, gekroond met eeuwige vreugde. Gejuich en vreugde trekken de stad binnen, gejammer en verdriet vluchten eruit weg.

Laten we daarom het goede doen, zonder op te geven, want als we niet verzwakken zullen we oogsten wanneer de tijd daarvoor gekomen is.

Waarachtig, ik verzeker jullie: je zult huilen en weeklagen, terwijl de wereld blij zal zijn. Je zult bedroefd zijn, maar je verdriet zal in vreugde veranderen.

En jullie, kinderen van Sion, wees blij en barst uit in gejubel om de HEER, jullie God, want hij geeft regen om je te verkwikken, hij laat de regen overvloedig op je neerdalen, vroege regen en late regen, elk op de juiste tijd.

Aan de rivieren van Babel, daar zaten wij treurend en dachten aan Sion.

Ook al heb ik u met mijn brief verdriet gedaan, ik heb er toch geen spijt van. Aanvankelijk wel, maar nu ik weet dat mijn brief u slechts voor korte tijd verdriet deed,

Zij komen terug in tranen, ze heffen smeekbeden aan, en ik zal hen leiden. Ik breng hen naar stromende beken en voer hen over geëffende wegen; daar kunnen zij niet struikelen. Want ik ben voor Israël een vader, en Efraïm is mijn eerstgeboren zoon.

Op die dag zul je zeggen: ‘Ik zal u loven, HEER. U bent woedend op mij geweest, maar uw toorn is geweken, u troost mij.

Priesters, dienaren van de HEER, hef een smeekbede aan in de tempel, tussen altaar en voorhal: 'Ach HEER, spaar uw volk, uw eigendom, geef het niet prijs aan spot en hoon van andere volken. Waarom zouden zij mogen schimpen: "En waar is nu hun God?"'

Gelukkig de treurenden, want zij zullen getroost worden.

Vergis u niet, God laat niet met zich spotten: wat een mens zaait, zal hij ook oogsten.

(9:1) Het volk dat in duisternis ronddoolt ziet een schitterend licht. Zij die in het donker wonen worden door een helder licht beschenen.

om aan Sions treurenden te schenken een kroon op hun hoofd in plaats van stof, vreugdeolie in plaats van een rouwgewaad, feestkledij in plaats van verslagenheid. Men noemt hen ‘Terebinten van gerechtigheid’, geplant door de HEER als teken van zijn luister.

In die dagen, in die tijd, keert het volk van Israël terug, samen met het volk van Juda- spreekt de HEER. In tranen zullen ze op weg gaan om de HEER, hun God, te zoeken.

(30:6) Zijn woede duurt een oogwenk, zijn liefde een leven lang, met tranen slapen we 's avonds in, 's morgens staan we juichend op.

Keer je naar hem toe, hef je handen naar hem op,

Daarom staan ze voor Gods troon en zijn ze dag en nacht in zijn tempel om hem te vereren. En hij die op de troon zit zal bij hen wonen.

Ik zal naar mijn vader gaan en tegen hem zeggen: “Vader, ik heb gezondigd tegen de hemel en tegen u,

De bewaarder vroeg om een fakkel, rende naar binnen en viel bevend voor Paulus en Silas op de grond.