Gerelateerd aan Psalmen 116:2

Allen die hem aanroepen is de HEER nabij, die hem roepen in vast vertrouwen.

Voor de koorleider. Van David, een psalm. (40:2) Vol verlangen heb ik op de HEER gewacht en hij boog zich naar mij toe, hij heeft mijn roep om hulp gehoord.

(31:3) hoor mij, haast u mij te helpen, wees voor mij een rots, een toevlucht, een vesting die mij redding biedt.

Wees over niets bezorgd, maar vraag God wat u nodig hebt en dank hem in al uw gebeden.

Hij vertelde hun een gelijkenis over de noodzaak om altijd te bidden en niet op te geven:

Hoor mijn gebed, HEER, luister naar mijn smeken.

Blijf bidden en blijf daarbij waakzaam en dankbaar.

(55:17) En ik? Ik roep tot God, de HEER zal mij redden.

Kan hij zich toevertrouwen aan de Ontzagwekkende, kan hij zijn hulp inroepen wanneer hij maar wil?

Een lied, een psalm van de Korachieten. Voor de koorleider. Op de wijs van De rietpijp. Een beurtzang, een kunstig lied van de Ezrachiet Heman. (88:2) HEER, God, mijn redder, overdag schreeuw ik het uit, 's nachts zit ik stil voor u neer.