Gerelateerd aan Psalmen 116:14

(22:26) Van u komt mijn lofzang in de kring van het volk, mijn geloften los ik in bij wie u vrezen.

(2:10) Maar ik zal mijn stem in dank verheffen en u offers brengen; mijn geloften los ik in. Het is de HEER die redt!'

en mijn geloften aan de HEER inlossen in het bijzijn van heel zijn volk,

Jullie hebben ook gehoord dat destijds tegen het volk werd gezegd: “Leg geen valse eed af, voor de Heer gedane geloften moeten worden ingelost.”

Breng God een dankoffer en doe wat je de Allerhoogste belooft.

De mannen werden vervuld met bang ontzag voor de HEER. Ze brachten hem een offer en deden hem geloften.

(56:13) Aan u, God, heb ik geloften gedaan, met dankoffers wil ik u betalen,

(2:1) Daar, over de bergen, snelt een boodschapper. Hij kondigt vrede aan. Vier de feesten, Juda, los je geloften in, want nooit meer trekken schurken door je land, ze zijn volledig uitgeroeid.

Ik zal met offers uw huis binnengaan en doen wat ik u beloofd heb,