Gerelateerd aan Openbaring 18:6

Babel, weldra word je verwoest. Gelukkig hij die wraak zal nemen en jou doet wat jij ons hebt gedaan.

Hef strijdkreten aan, omsingel de stad, ze zal zich overgeven. De torens storten in, de muren worden geslecht. Voltrek aan de stad de wraak van de HEER, doe met haar wat ze zelf heeft gedaan.

Stuur boogschutters naar Babel, sla het beleg voor de stad, laat niemand ontkomen. Vergeld wat ze heeft aangericht, doe met haar wat ze zelf heeft gedaan. Ze was hoogmoedig tegenover de HEER, de Heilige van Israël.

De grote stad viel in drie stukken uiteen en de steden van alle volken werden verwoest. Het grote Babylon moest het ontgelden: God gaf het de beker met de wijn van zijn hevige woede.

zal hij de wijn van Gods woede moeten drinken, die onverdund in de beker van zijn toorn is geschonken. Hij zal in vuur en zwavel worden gepijnigd, onder de ogen van de heilige engelen en van het lam.

Ze droeg purperen en scharlakenrode kleren en gouden sieraden, edelstenen en parels. In haar hand had ze een gouden beker vol gruwelijkheden, al haar liederlijke wandaden,

Daarom zal ik hen eerst dubbel laten boeten voor hun wandaden en zonden, omdat ze mijn land hebben vol gezet met die gruwelijke en levenloze afgodsbeelden en het zo hebben ontwijd.’

Israël, ik zal ze laten boeten, de inwoners van Babel en Chaldea, voor alles wat ze voor jouw ogen in Sion hebben aangericht- spreekt de HEER.

Babel zelf moet vallen, zoals tallozen door Babel vielen, in Israël, ja, overal ter wereld.

De smaad die je verdiende loon werd genoemd, je schande wordt je dubbel vergoed. Daarom erven zij dubbel van het land en is eeuwige vreugde hun deel.

Ik hoorde de engel van al het water zeggen: 'Rechtvaardig bent u, de heilige, die is en die was, omdat u op deze manier straft.

Spreek Jeruzalem moed in, maak haar bekend dat haar slavendienst voorbij is, dat haar schuld is voldaan, omdat zij een dubbele straf voor haar zonden uit de hand van de HEER heeft ontvangen.

Alexander, de kopersmid, heeft mij veel kwaad gedaan; de Heer zal hem zijn verdiende loon geven.

De koningen op aarde hebben ontucht met haar gepleegd, en de mensen die op aarde leven hebben zich bedronken aan de wijn van haar ontucht.'

Wie gevangenschap moet verduren, zal in gevangenschap gaan. En wie door het zwaard moet sterven, zal sterven door het zwaard. Hier komt het aan op de standvastigheid en trouw van de heiligen.

Laat mijn achtervolgers te schande staan-niet mij! Laat hen ten onder gaan-niet mij! Breng onheil over hen, tref hen, tref hen dodelijk.’

Heeft ze wel ander letsel opgelopen, dan geldt: een leven voor een leven,

Keer terug naar de burcht, gevangenen. Jullie hoop is niet vergeefs geweest, want ook nu geldt de toezegging aan Sion: ik zal je dubbel schadeloosstellen.