Gerelateerd aan Numeri 20:2
Gerelateerd aan Numeri 20:2
Numeri 16:19
Toen Korach al zijn aanhangers bij de ingang van de ontmoetingstent had verzameld en zij daar bij Mozes en Aäron stonden, verscheen de majesteit van de HEER aan het hele volk.
Gerelateerd aan Numeri 20:2
Numeri 16:42
(17:7) Toen ze tegen Mozes en Aäron te hoop liepen en naar de ontmoetingstent keken, zagen ze hoe die overdekt werd door de wolk en hoe de majesteit van de HEER verscheen.
Gerelateerd aan Numeri 20:2
Exodus 15:23
Toen kwamen ze in Mara. Het water van Mara konden ze echter niet drinken, zo bitter was het; vandaar ook dat die plaats Mara heet.
Gerelateerd aan Numeri 20:2
Numeri 16:3
Ze stelden zich tegenover Mozes en Aäron op en zeiden tegen hen: 'U matigt u te veel aan. Alle leden van de gemeenschap zijn heilig, en de HEER is in hun midden. Waarom voelt u zich dan boven de gemeenschap van de HEER verheven?'
Gerelateerd aan Numeri 20:2
Numeri 21:5
'Waarom hebt u ons weggehaald uit Egypte?' verweten ze God en Mozes. 'Om ons in de woestijn te laten sterven? We hebben geen brood en geen water, en we kunnen dit ellendige eten niet meer zien.'
Gerelateerd aan Numeri 20:2
Exodus 16:12
'Ik heb gehoord hoe de Israëlieten zich beklagen. Zeg tegen hen: "Wanneer de avond valt zullen jullie vlees eten, en morgenochtend brood in overvloed. Dan zullen jullie inzien dat ik, de HEER, jullie God ben."'
Gerelateerd aan Numeri 20:2
1 Korinthe 10:10
En kom niet in opstand, zoals weer anderen deden, want daardoor werden ze door de doodsengel vernietigd.
Gerelateerd aan Numeri 20:2
Exodus 16:2
(2-3) Daar in de woestijn begon het volk zich opnieuw te beklagen. 'Had de HEER ons maar laten sterven in Egypte, 'zeiden ze tegen Mozes en Aäron. 'Daar waren de vleespotten tenminste gevuld en hadden we volop brood te eten. U hebt ons alleen maar naar de woestijn gebracht om ons hier allemaal van honger te laten omkomen.'
Gerelateerd aan Numeri 20:2
Exodus 16:7
en morgen, in de ochtend, zult u de majesteit van de HEER zien. Hij heeft gehoord hoe u zich beklaagt. Dat is tegen hem gericht, want wie zijn wij dat u zich bij ons zou beklagen?'
Gerelateerd aan Numeri 20:2
Exodus 17:1
Vanuit de woestijn van Sin trok het hele volk van Isra ël verder, van de ene pleisterplaats naar de andere, volgens de aanwijzingen van de HEER. Toen ze hun tenten opsloegen in Refidim, bleek daar geen water te zijn om te drinken.
Gerelateerd aan Numeri 20:2
Numeri 11:1
Het volk begon de HEER zijn nood te klagen. Toen de HEER dat hoorde ontstak hij in woede, en het vuur van de HEER laaide op en greep om zich heen aan de rand van het kamp.