Gerelateerd aan Numeri 12:8

Nooit meer heeft Israël een profeet gekend als Mozes, met wie de HEER zo vertrouwelijk omging.

Nu kijken we nog in een wazige spiegel, maar straks staan we oog in oog. Nu is mijn kennen nog beperkt, maar straks zal ik volledig kennen, zoals ik zelf gekend ben.

De HEER sprak persoonlijk met Mozes, zoals een mens met een ander mens spreekt. Daarna keerde Mozes terug naar het kamp, maar zijn jonge dienaar Jozua, de zoon van Nun, verliet de tent niet.

Hij alleen is onsterfelijk en hij woont in een ontoegankelijk licht; geen mens heeft hem ooit gezien of kan hem zien. Aan hem zij de eer en de eeuwige kracht. Amen.

Wij allen die met onbedekt gezicht de luister van de Heer aanschouwen, zullen meer en meer door de Geest van de Heer naar de luister van dat beeld worden veranderd.

Als jullie mij kennen zullen jullie ook mijn Vader kennen, en vanaf nu kennen jullie hem, want jullie hebben hem zelf gezien.’

Ik noem jullie geen slaven meer, want een slaaf weet niet wat zijn meester doet; vrienden noem ik jullie, omdat ik alles wat ik van de Vader heb gehoord, aan jullie bekendgemaakt heb.

en zij zagen de God van Isra ël. Onder zijn voeten was er iets als een plaveisel van saffier, helder stralend als de hemel zelf.

Als ik mijn hand weghaal, zul je mij van achteren zien; mijn gezicht mag niemand zien.'

de ongelovigen, van wie de gedachten door de god van deze wereld zijn verblind, waardoor ze het licht van het evangelie niet kunnen zien, de luister van Christus, die het beeld van God is.

Met wie wil je God vergelijken, hoe is hij uit te beelden?

(49:5) ik heb een open oor voor raadselspreuken, bij het spel op de lier onthul ik een geheim.

Met wie wil je mij vergelijken, aan wie mij gelijkstellen? Met wie vertoon ik overeenkomst?

'Mensenkind, geef de Israëlieten een raadsel op, vertel hun dit verhaal:

De HEER daalde neer in een wolk, hij kwam naast Mozes staan en riep de naam HEER uit.

Hij straft vooral diegenen die zich, door onreine verlangens gedreven, overgeven aan schaamteloze losbandigheid en het gezag van de Heer verachten. Overmoedig en arrogant als ze zijn, schrikken ze er niet voor terug hemelse machten te lasteren,

(21:5) Ik antwoordde: 'Ach HEER, mijn God, zullen ze dan niet zeggen: "Hij spreekt in raadselen, die man!"'

Maar aangezien u geen gedaante hebt gezien toen de HEER u op de Horeb vanuit het vuur toesprak, moet u zich zorgvuldig in acht nemen:

Laat mij, recht gedaan, uw gelaat aanschouwen, bij het ontwaken mij verzadigen aan uw beeld.

Zo ging in vervulling wat gezegd is door de profeet: ‘Ik zal het woord nemen en spreken in gelijkenissen; ik zal bekendmaken wat sinds de grondvesting van de wereld verborgen was.’