Gerelateerd aan Nehemia 9:1-2
Gerelateerd aan Nehemia 9:1
Jozua 7:6
Jozua en de oudsten van Israël scheurden hun kleren, wierpen zich voor de ark van de HEER ter aarde en gooiden stof over hun hoofd. Zo bleven ze tot de avond liggen.
Gerelateerd aan Nehemia 9:1
Nehemia 8:2
Ezra, de priester, haalde het wetboek en toonde het aan de aanwezige mannen en vrouwen, en aan iedereen die in staat was het te begrijpen. Dit gebeurde op de eerste dag van de zevende maand.
Gerelateerd aan Nehemia 9:1
1 Samuel 4:12
Een Benjaminiet maakte zich uit de gelederen los en rende naar Silo, waar hij nog dezelfde dag aankwam. Hij had zijn kleren gescheurd en stof over zijn hoofd geworpen.
Gerelateerd aan Nehemia 9:1
Ezra 8:23
Daarom vastten wij en vroegen onze God om hulp, en hij verhoorde ons.
Gerelateerd aan Nehemia 9:1
Handelingen 13:2
Op een dag, toen ze aan het vasten waren en een gebedsdienst hielden voor de Heer, zei de heilige Geest tegen hen: ‘Stel mij Barnabas en Saulus ter beschikking voor de taak die ik hun heb toebedeeld.’
Gerelateerd aan Nehemia 9:1
2 Kronieken 20:3
Josafat schrok hevig en hij besloot de HEER om raad te vragen. Hij kondigde in heel Juda een vastendag af,
Gerelateerd aan Nehemia 9:1
Joel 2:15
Blaas de ramshoorn op de Sion, kondig een vastentijd af en roep op tot een plechtige samenkomst.
Gerelateerd aan Nehemia 9:1
Esther 4:16
'Roep alle Joden die in Susa wonen bij elkaar en vast voor mij: eet niet en drink niet, overdag niet en 's nachts niet, drie dagen lang. Ook ik zal op die manier vasten met mijn dienaressen. En na die voorbereiding zal ik naar de koning gaan, al is dat tegen de wet. Moet ik omkomen, goed, dan zal ik omkomen.'
Gerelateerd aan Nehemia 9:1
Esther 4:3
In alle provincies heerste onder de Joden diepe rouw zodra het bevel en de wet van de koning er bekend werden: ze vastten, huilden en weeklaagden, en velen hulden zich in een rouwkleed en legden zich neer in het stof.
Gerelateerd aan Nehemia 9:1
Leviticus 23:34
'Zeg tegen de Israëlieten: "Op de vijftiende dag van de zevende maand begint ter ere van de HEER het Loofhuttenfeest, dat zeven dagen duurt.
Gerelateerd aan Nehemia 9:1
Joel 1:13
Priesters, hul je in rouw, schreeuw het uit, dienaren van het altaar, breng de nacht door met klagen, dienaren van mijn God, want offers van graan en wijn zijn Gods tempel ontzegd.
Gerelateerd aan Nehemia 9:1
2 Samuel 1:2
Op de derde dag liet zich iemand uit het legerkamp van Saul aandienen. Hij had zijn kleren gescheurd en stof over zijn hoofd geworpen. Bij David gekomen, boog hij diep voorover.
Gerelateerd aan Nehemia 9:1
Job 2:12
Toen ze Job vanuit de verte zagen herkenden ze hem niet, en ze barstten uit in luid geweeklaag, ze scheurden hun kleren en wierpen stof omhoog over hun hoofd.
Gerelateerd aan Nehemia 9:1
Jona 3:5
De inwoners van Nineve geloofden God: ze riepen een vasten uit en iedereen, van hoog tot laag, hulde zich in een boetekleed.
Gerelateerd aan Nehemia 9:1
Leviticus 23:39
Neem dit in acht: Op de vijftiende dag van de zevende maand, wanneer je de oogst van het land hebt gehaald, begint het feest van de HEER, dat zeven dagen duurt. De eerste dag en de achtste dag moeten voor jullie rustdagen zijn.
Gerelateerd aan Nehemia 9:1
Richteren 20:26
Daarop ging het voltallige leger van de Israëlieten naar Betel. Ze vastten de hele dag en klaagden op de grond gezeten hun leed ten overstaan van de HEER. Toen de avond was gevallen, brachten ze de HEER brandoffers en vredeoffers.
Gerelateerd aan Nehemia 9:1
2 Kronieken 7:10
Op de drieëntwintigste dag van de zevende maand stuurde de koning het volk naar huis terug. Allen waren opgewekt en verheugd om het goede dat de HEER voor David, Salomo en zijn volk Israël had gedaan.
Gerelateerd aan Nehemia 9:1
Jesaja 22:12
Op die dag heeft God, de HEER van de hemelse machten, jullie opgeroepen tot weeklacht en rouw; jullie moesten je kaalscheren en een rouwkleed aantrekken.
Gerelateerd aan Nehemia 9:2
Nehemia 13:3
Nadat deze wettelijke bepalingen waren voorgelezen, zette men alle vreemdelingen apart van de Israëlieten.
Gerelateerd aan Nehemia 9:2
Ezra 10:11
Leg daarom een bekentenis af voor de HEER, de God van uw voorouders, en doe wat hij van u vraagt: houd u afzijdig van de bevolking van het land en van uitheemse vrouwen.'
1
2