Gerelateerd aan Micha 4:5

Met mijn hulp zullen ze onoverwinnelijk zijn, en zij zullen optrekken in mijn naam-zo spreekt de HEER.

Toch bleven al die volken hun eigen godenbeelden maken, die ze in hun nieuwe woonplaats neerzetten in de tempels die de Samaritanen op de offerhoogten gebouwd hadden.

Nakomelingen van Jakob, kom mee, laten wij leven in het licht van de HEER.

Ook wij verlaten ons op u, HEER: wij gaan de paden van uw recht. Wij richten ons op uw naam, naar u gaat ons verlangen uit.

Een loflied van David. U, mijn God en koning, wil ik roemen, uw naam prijzen tot in eeuwigheid.

Ga naar de Griekse eilanden, vraag na, trek naar Kedar, onderzoek: is zoiets ooit gebeurd,

Doe alles wat u zegt of doet in de naam van de Heer Jezus, terwijl u God, de Vader, dankt door hem.

Ook de Israëlieten zelf vervielen telkens opnieuw in hun oude gewoonten en doen dat tot op de dag van vandaag: ze vereren de HEER niet en houden zich niet aan de voorschriften, regels, wetten en geboden die de HEER heeft opgelegd aan de nakomelingen van Jakob, aan wie hij de naam Israël heeft gegeven.

Volg de weg van Christus Jezus, nu u hem als uw Heer aanvaard hebt.

Toen Abram negenennegentig jaar was, verscheen de HEER aan hem en zei: ‘Ik ben God, de Ontzagwekkende. Leef in verbondenheid met mij, leid een onberispelijk leven.

Spreken zal ik over uw macht, HEER, mijn God, de rechtvaardigheid roemen van u alleen.

Wanneer u daar niet toe bereid bent, kies dan nu wie u wel wilt dienen: de goden van uw voorouders ten oosten van de Eufraat of de goden van de Amorieten, van wie u nu het land bewoont. In ieder geval zullen ik en mijn familie de HEER dienen.'

Toen antwoordde God hem: 'Ik ben die er zijn zal. Zeg daarom tegen de Israëlieten: "IK ZAL ER ZIJN heeft mij naar u toe gestuurd."'

(48:15) 'Zo is God, onze God, nu en altijd, hij is het die ons leidt, voor eeuwig.'