Gerelateerd aan Mattheüs 8:29

Gerelateerd aan Mattheüs 8:29

Lukas 4:34

‘Aaah! Wat hebben wij met jou te maken, Jezus van Nazaret? Ben je gekomen om ons te vernietigen? Ik weet wel wie je bent, de heilige van God.’
Gerelateerd aan Mattheüs 8:29

Markus 1:24

‘Wat hebben wij met jou te maken, Jezus van Nazaret? Ben je gekomen om ons te vernietigen? Ik weet wel wie je bent, de heilige van God.’
Gerelateerd aan Mattheüs 8:29

Lukas 8:28

Toen hij Jezus zag, viel hij schreeuwend voor hem neer en riep luidkeels: ‘Wat heb ik met jou te maken, Jezus, Zoon van de allerhoogste God? Ik smeek je, doe me geen pijn!’
Gerelateerd aan Mattheüs 8:29

Markus 5:7

en luid schreeuwend zei hij: ‘Wat heb ik met jou te maken, Jezus, Zoon van de allerhoogste God? Ik bezweer je bij God: doe me geen pijn!’
Gerelateerd aan Mattheüs 8:29

Johannes 2:4

‘Wat wilt u van me?’ zei Jezus. ‘Mijn tijd is nog niet gekomen.’
Gerelateerd aan Mattheüs 8:29

2 Samuel 16:10

Maar de koning zei: 'Wat heb ik met jullie te maken, zonen van Seruja? Hij vervloekt mij; en wat dan nog? Dat heeft de HEER hem natuurlijk ingegeven. Wat vraag je dan: Hoe waagt hij het?'
Gerelateerd aan Mattheüs 8:29

Mattheüs 4:3

Nu kwam de beproever naar hem toe en zei: ‘Als u de Zoon van God bent, beveel dan die stenen in broden te veranderen.’
Gerelateerd aan Mattheüs 8:29

2 Samuel 19:22

(19:23) Maar David antwoordde: 'Wat heb ik met jullie te maken, zonen van Seruja? Juist vandaag moeten jullie me niet tegenwerken. Vandaag wordt in Israël niemand ter dood gebracht, want vandaag weet ik dat mijn koningschap over Israël is hersteld.'
Gerelateerd aan Mattheüs 8:29

2 Petrus 2:4

Immers, God heeft zelfs engelen die gezondigd hadden niet gespaard maar hen in de Tartarus geworpen. Daar, in de diepste duisternis, blijven ze opgesloten om hun vonnis af te wachten.
Gerelateerd aan Mattheüs 8:29

Lukas 4:41

Hij dreef ook veel demonen uit, die schreeuwden: ‘Jij bent de Zoon van God!’ Hij sprak hen bestraffend toe en verbood hun iets te zeggen; ze wisten immers dat hij de messias was.
Gerelateerd aan Mattheüs 8:29

Markus 3:11

Telkens als de onreine geesten hem zagen, vielen ze voor hem neer en schreeuwden: ‘Jij bent de Zoon van God!’
Gerelateerd aan Mattheüs 8:29

Richteren 11:12

Jefta stuurde gezanten naar de koning van de Ammonieten met de vraag: 'Wat bezielt u om mij op mijn eigen grondgebied aan te vallen?'
Gerelateerd aan Mattheüs 8:29

Handelingen 16:17

Terwijl ze achter Paulus en ons aanliep, schreeuwde ze aan één stuk door: ‘Deze mensen zijn dienaren van de allerhoogste God en verkondigen u hoe u gered kunt worden!’
Gerelateerd aan Mattheüs 8:29

Jakobus 2:19

U gelooft dat God de enige is? Daar doet u goed aan. Maar de demonen geloven dat ook, en ze sidderen.
Gerelateerd aan Mattheüs 8:29

Judas 1:6

Denk ook aan de engelen die hun oorspronkelijke positie ontrouw werden en de hun toegewezen plaats verlieten: tot het oordeel op de grote dag houdt hij hen met onverbreekbare boeien in de onderwereld gevangen.
Gerelateerd aan Mattheüs 8:29

Joel 3:4

(4:4) Jullie, inwoners van Tyrus en Sidon, en jullie, Filistijnen, wat denken jullie wel? Wilden jullie je op mij wreken? Wilden jullie iets tegen mij ondernemen? Onmiddellijk laat ik jullie daden op je eigen hoofd neerkomen.
Gerelateerd aan Mattheüs 8:29

1 Koningen 17:18

Toen zei de vrouw tegen Elia: 'Wat heb ik u misdaan, godsman? Bent u soms naar me toe gekomen om mijn zonden aan het licht te brengen en mijn zoon te doden?'