Gerelateerd aan Mattheüs 3:16

Gerelateerd aan Mattheüs 3:16

Markus 1:10

Op het moment dat hij uit het water omhoogkwam, zag hij de hemel openscheuren en de Geest als een duif op zich neerdalen,
Gerelateerd aan Mattheüs 3:16

Jesaja 11:2

De geest van de HEER zal op hem rusten: een geest van wijsheid en inzicht, een geest van kracht en verstandig beleid, een geest van kennis en eerbied voor de HEER.
Gerelateerd aan Mattheüs 3:16

Lukas 3:21

Heel het volk liet zich dopen, en toen ook Jezus was gedoopt en hij aan het bidden was, werd de hemel geopend
Gerelateerd aan Mattheüs 3:16

Johannes 1:31

Ook ik wist niet wie hij was, maar ik kwam met water dopen opdat hij aan Israël geopenbaard zou worden.’
Gerelateerd aan Mattheüs 3:16

Jesaja 42:1

Hier is mijn dienaar, hem zal ik steunen, hij is mijn uitverkorene, in hem vind ik vreugde, ik heb hem met mijn geest vervuld. Hij zal alle volken het recht doen kennen.
Gerelateerd aan Mattheüs 3:16

Jesaja 61:1

De geest van God, de HEER, rust op mij, want de HEER heeft mij gezalfd. Om aan armen het goede nieuws te brengen heeft hij mij gezonden, om aan verslagen harten hoop te bieden, om aan gevangenen hun vrijlating bekend te maken en aan geketenden hun bevrijding,
Gerelateerd aan Mattheüs 3:16

Handelingen 7:56

en hij zei: ‘Ik zie de hemel geopend en de Mensenzoon, die aan Gods rechterhand staat.’
Gerelateerd aan Mattheüs 3:16

Kolossensen 1:18

Hij is het hoofd van het lichaam, de kerk. Oorsprong is hij, eerstgeborene van de doden, om in alles de eerste te zijn:
Gerelateerd aan Mattheüs 3:16

Ezechiel 1:1

Op de vijfde dag van de vierde maand in het dertigste jaar, toen ik te midden van de ballingen bij het Kebarkanaal woonde, opende zich de hemel en kreeg ik een visioen van God.
Gerelateerd aan Mattheüs 3:16

Johannes 3:34

Hij die door God gezonden is, spreekt de woorden van God, en God schenkt de Geest in overvloed.
Gerelateerd aan Mattheüs 3:16

Jesaja 59:21

Dit verbond sluit ik met hen-zegt de HEER: mijn geest, die op jou rust, en de woorden die ik je in de mond heb gelegd, zullen uit jouw mond niet wijken, noch uit de mond van je kinderen, noch uit de mond van je kindskinderen, van nu tot in eeuwigheid-zegt de HEER.