Gerelateerd aan Leviticus 5:4

God mag met me doen wat hij wil als ik morgenvroeg van zijn familie ook maar iemand van het mannelijk geslacht in leven heb gelaten!'

dan zal het eerste dat me bij mijn behouden thuiskomst tegemoet komt voor u zijn; dat zal ik als brandoffer aan u opdragen.'

En hij bezwoer haar: ‘Wat je ook vraagt, ik zal het je geven, al was het de helft van mijn koninkrijk!’

Toen de dag aanbrak, verzamelde zich een groep Joden, die zwoeren dat ze niet zouden eten of drinken voor ze Paulus hadden gedood.

omdat hij de HEER had gezworen, de Machtige van Jakob had beloofd:

Van de Israëlieten werd die dag het uiterste gevergd, want Saul had de soldaten onder ede bezworen: 'Vervloekt wie het waagt om vóór de avond iets te eten, voor ik me op mijn vijanden heb gewroken.' Dus nam niemand ook maar iets te eten.

(30:9) Maar als haar man bezwaar maakt zodra hij ervan hoort, doet hij de gelofte waardoor ze gebonden is of de onbezonnen toezegging die ze heeft gedaan teniet, en de HEER ontheft haar ervan.

als u kortom vandaag te goeder trouw gehandeld hebt ten opzichte van Jerubbaäl en zijn familie, dan wens ik u veel geluk met Abimelech en hem met u!

(5:1) Wees niet te haastig met je woorden en doe God niet overijld met heel je hart geloften. Want God is in de hemel en jij bent op aarde, dus moet je spaarzaam met je woorden zijn.

(30:7) Is ze bij haar trouwen nog gebonden door geloften die ze heeft gedaan of door een onbezonnen toezegging,

Deze vraag bedroefde de koning, maar omdat hij in het bijzijn van zijn tafelgasten een eed gezworen had, beval hij dat men het haar zou brengen,

Jozua sloot een vredesverdrag met hen en beloofde hun dat hun leven zou worden gespaard. De stamhoofden bekrachtigden dit met een eed.

De koning riep uit: 'God mag met mij doen wat hij wil als het hoofd van Elisa, de zoon van Safat, vanavond nog op zijn romp zit!'

Hij spaarde echter de zoon van Sauls zoon Jonatan, Mefiboset, vanwege de eed die David en Jonatan elkaar bij de HEER gezworen hadden.

legde ze een gelofte af: 'HEER van de hemelse machten, ik smeek u, heb toch oog voor mijn ellende. Denk aan mij, uw dienares, vergeet mij niet. Schenk mij een zoon, dan schenk ik hem voor zijn hele leven aan u: nooit zal zijn haar worden afgeschoren.'

(24:22) Maar zweer me bij de HEER dat je mijn nakomelingen niet zult uitroeien, zodat mijn naam binnen de familie behouden blijft.'

'Wat kunnen we doen om de overlevenden vrouwen te bezorgen? We hebben immers bij de HEER gezworen dat wij hun onze dochters niet tot vrouw zouden geven.'

Maar wij kunnen hun onze dochters niet tot vrouw geven, want we hebben onder elkaar een vloek afgeroepen over ieder die een vrouw aan Benjamin geeft.'

Hij heeft zijn woord gebroken door het verdrag niet na te leven. Hoewel hij een plechtige eed gezworen had, heeft hij dit alles toch gedaan: hij zal niet vrijuit gaan!

'Zeg tegen de Israëlieten: "Wanneer iemand de HEER de tegenwaarde van een mensenleven belooft,