Gerelateerd aan Leviticus 26:22

Gerelateerd aan Leviticus 26:22

Ezechiel 14:15

Stel dat ik dat land aan de wilde dieren prijsgeef, zodat het ontvolkt raakt en een woestenij wordt waar uit angst voor die dieren niemand doorheen durft te trekken,
Gerelateerd aan Leviticus 26:22

Richteren 5:6

Onder Samgar, de zoon van Anat, in de tijd van Jaël, begaf geen karavaan zich nog op weg. Wie toch op reis moest, nam de kronkelpaden.
Gerelateerd aan Leviticus 26:22

Deuteronomium 32:24

Honger zal hen uitmergelen, de pest hen verteren, ziekten zullen hen te gronde richten. Ik geef hen ten prooi aan wilde dieren, giftige slangen laat ik hen bijten.
Gerelateerd aan Leviticus 26:22

Jesaja 33:8

De wegen liggen verlaten, op de paden bevindt zich niemand meer. Verdragen worden verbroken, getuigen niet meer geloofd, geen mens staat nog in achting.
Gerelateerd aan Leviticus 26:22

Zacharia 7:14

Als een stormwind zal ik hen uiteenjagen naar onbekende volken.' Het land bleef ontvolkt achter; niemand trok erdoorheen en niemand keerde er terug. Zo is dit heerlijke land door hun toedoen een woestenij geworden.
Gerelateerd aan Leviticus 26:22

Klaagliederen 1:4

De wegen naar Sion treuren, er zijn geen feestgangers meer. Haar poorten liggen verlaten, haar priesters zuchten, haar meisjes zijn bedroefd. En zijzelf: bitter is haar lot.
Gerelateerd aan Leviticus 26:22

Leviticus 26:6

Ik zal het land rust en vrede geven, zodat je kunt slapen zonder te worden opgeschrikt. Ik zal ervoor zorgen dat de wilde dieren je met rust laten en dat het land niet geteisterd wordt door oorlogsgeweld.
Gerelateerd aan Leviticus 26:22

2 Koningen 17:25

De eerste tijd dat zij daar woonden, vereerden ze de HEER niet. Daarom liet de HEER leeuwen op hen los, die een aantal van hen verscheurden.
Gerelateerd aan Leviticus 26:22

2 Kronieken 15:5

Wie in die tijd maar een voet buiten de deur zette werd belaagd, want overal heerste ontreddering.
Gerelateerd aan Leviticus 26:22

Micha 3:12

Daarom, door jullie toedoen, zal de Sion als een akker worden omgeploegd, zal Jeruzalem een ruïne worden en de tempelberg een overwoekerde heuvel.
Gerelateerd aan Leviticus 26:22

Ezechiel 5:17

Ik zal honger op jullie afsturen en wilde dieren: zo zullen jullie je kinderen verliezen. Pest en dood zullen je teisteren en met het zwaard zal ik je treffen-ik, de HEER, heb gesproken.'
Gerelateerd aan Leviticus 26:22

Ezechiel 33:28

Van jullie land maak ik een verlaten woestenij, er komt een einde aan zijn trotse kracht, en ook de bergen van Israël zullen een wildernis zijn waar niemand meer doorheen trekt.
Gerelateerd aan Leviticus 26:22

Jesaja 24:6

Daarom verslindt een vloek de aarde en moeten haar bewoners boeten; daarom wordt hun aantal zo klein en blijven er nog weinig mensen over.
Gerelateerd aan Leviticus 26:22

Jeremia 15:3

Ik zal vier machten op hen afsturen-spreekt de HEER: het zwaard om te doden, honden om weg te sleuren, roofvogels en wilde dieren om te verscheuren en te verslinden.
Gerelateerd aan Leviticus 26:22

Ezechiel 14:21

Dit zegt God, de HEER: Dit alles geldt des te meer nu ik mijn vier straffen: het zwaard, de honger, de wilde dieren en de pest, op Jeruzalem loslaat om er mens en dier uit te roeien!
Gerelateerd aan Leviticus 26:22

2 Koningen 2:24

Elisa keek om, en toen hij de kinderen zag, vervloekte hij ze in de naam van de HEER. Meteen kwamen er twee berinnen uit het bos, die tweeënveertig van de kinderen verscheurden.