Gerelateerd aan Jozua 10:13

ik laat de schaduw op de zonnewijzer van Achaz tien graden achteruitgaan in plaats van vooruit.’ En de schaduw ging tien graden achteruit.

Nu uw pijlen flitsen en lichten, nu uw lans schittert en bliksemt, trekken zon en maan zich terug.

Hij heeft gezegd dat alle Judeeërs dit lied, het Lied van de boog, moesten leren. Het staat opgetekend in het Boek van de Oprechte:

Bij die aanblik beeft de aarde, siddert de hemel; zon en maan worden verduisterd, sterren doven hun glans.

Toen hun vijanden de pas van Bet-Choron afvluchtten, wierp de HEER vanuit de hemel grote hagelstenen op hen, tot aan Azeka toe. Er stierven meer soldaten door die hagelstenen dan door de zwaarden van de Israëlieten.

(3:4) de zon verandert in duisternis en de maan in bloed. Dan komt de dag van de HEER, groot en ontzagwekkend.

Het is voor noch na die dag ooit voorgekomen dat de HEER op die manier gehoor gaf aan de bede van een mens, maar de HEER streed dan ook voor Israël.

Dan zal de heldere maan zich schamen, de stralende zon van schaamte verbleken. Want de HEER van de hemelse machten heerst op de Sion, in Jeruzalem wordt zijn luister getoond aan de oudsten van zijn volk.

(19:5) Over heel de aarde gaat hun stem, tot aan het einde van de wereld hun taal. Daar heeft hij een tent opgeslagen voor de zon:

die de grote lichten maakte- eeuwig duurt zijn trouw-

In alle provincies moesten afschriften van de brief worden verspreid; de inhoud ervan moest overal als wet worden uitgevaardigd en aan alle volken bekendgemaakt worden, zodat de Joden zich tegen de genoemde dag gereed konden houden om zich op hun vijanden te wreken.

'Loof de HEER, omdat Israël zijn haren dreigend loswierp, loof de HEER, omdat Israël zich meldde voor de strijd.

Van u is de dag, van u is de nacht, u hebt maan en zon een vaste plaats gegeven,

(4:15) Zon en maan worden verduisterd, sterren doven hun glans.

Loof hem, zon en maan, loof hem, heldere sterren,

Daarom wordt er in het Boek van de oorlogen van de HEER gesproken van 'Waheb in Sufa en de beken die de Arnon vormen,

'Spoor de Israëlieten ertoe aan wraak te nemen op de Midjanieten, daarna zul je met je voorouders verenigd worden.'

Maar Simson riep de HEER om hulp en bad: 'HEER, mijn God, denk toch aan mij! Geef me alstublieft nog eenmaal genoeg kracht, zodat ik me voor minstens een van mijn beide ogen op de Filistijnen kan wreken.'

De stad heeft het licht van de zon en de maan niet nodig: over haar schijnt Gods luister, en het lam is haar licht.

De zon zal veranderd worden in duisternis en de maan in bloed voordat de grote, stralende dag van de Heer komt.