Gerelateerd aan Johannes 6:64, 66

maar u wilt me niet geloven, omdat u niet bij mijn schapen hoort.

Maar Jezus had geen vertrouwen in hen, omdat hij hen allemaal kende,

Jezus zei: ‘Ikzelf heb jullie alle twaalf uitgekozen, en toch is een van jullie een duivel.’

Maar het fundament dat God gelegd heeft, ligt onwrikbaar vast en draagt het opschrift: 'De Heer weet wie hem toebehoren' en 'Laat ieder die de naam van de Heer noemt, onrecht uit de weg gaan'.

Hierop zei Jezus: ‘Wie gebaad heeft hoeft alleen nog zijn voeten te wassen, hij is al helemaal rein. Jullie zijn dus rein-maar niet allemaal.’

Wie hij al van tevoren heeft uitgekozen, heeft hij er ook van tevoren toe bestemd om het evenbeeld te worden van zijn Zoon, die de eerstgeborene moest zijn van talloze broeders en zusters.

u weet het als ik zit of sta, u doorziet van verre mijn gedachten,

Jezus wist wel dat zijn leerlingen protesteerden en zei tegen hen: ‘Ergeren jullie je hieraan?

maar ik ken u: u hebt geen liefde voor God in u.

Niets van wat geschapen is blijft voor hem verborgen, alles is onverhuld en volkomen zichtbaar voor de ogen van hem aan wie wij rekenschap moeten afleggen.

Ik doel niet op jullie allemaal: ik weet wie ik heb uitgekozen. Wat in de Schrift staat zal in vervulling gaan: “Hij die at van mijn brood heeft zich tegen mij gekeerd.”

Toen trokken veel leerlingen zich terug en gingen niet verder met hem mee.

Maar ik heb u al gezegd dat u niet gelooft, ook al hebt u me gezien.

Ik spreek over wat ik gezien heb bij de Vader, u doet wat u gehoord hebt van uw vader.’

hoewel u hem niet kent. Ik ken hem. Als ik zou zeggen dat ik hem niet ken, zou ik een leugenaar zijn, net als u. Maar ik ken hem wel, en ik bewaar zijn woord.

Jezus vervolgde: ‘U bent van beneden, ik ben van boven; u hoort bij deze wereld, ik hoor niet bij deze wereld.

Ze zijn uit ons midden voortgekomen maar ze hoorden niet bij ons, want als ze werkelijk bij ons hadden gehoord, zouden ze bij ons gebleven zijn. Maar het moest aan het licht komen dat niemand van hen bij ons hoorde.

Veel leerlingen die het gehoord hadden zeiden: ‘Dit zijn harde woorden, wie kan daarnaar luisteren?’

Jezus zei tegen hem: ‘Wie de hand aan de ploeg slaat en achterom blijft kijken, is niet geschikt voor het koninkrijk van God.’

en dan zullen mijn rechtvaardigen leven door hun geloof, ‘maar ook: ‘Wie terugdeinst ben ik niet langer welgezind.’