Gerelateerd aan Johannes 6:5-15

Gerelateerd aan Johannes 6:5

Markus 6:34

Toen hij uit de boot stapte, zag hij een grote menigte en voelde medelijden met hen, omdat ze leken op schapen zonder herder, en hij onderwees hen langdurig.
Gerelateerd aan Johannes 6:5

Markus 8:2

‘Ik heb medelijden met al die mensen, want ze zijn nu al drie dagen bij me en hebben niets meer te eten.
Gerelateerd aan Johannes 6:5

Johannes 1:43

De volgende dag besloot Jezus naar Galilea te gaan en daar ontmoette hij Filippus. Hij zei tegen hem: ‘Ga met mij mee.’
Gerelateerd aan Johannes 6:5

Mattheüs 14:14

Toen hij uit de boot stapte en de grote menigte zag, voelde hij medelijden met hen en hij genas hun zieken.
Gerelateerd aan Johannes 6:5

Mattheüs 15:33

De leerlingen antwoordden: ‘Maar waar halen we in deze verlatenheid genoeg brood vandaan om al die mensen te voeden?’
Gerelateerd aan Johannes 6:5

Lukas 9:12

De dag liep ten einde. De twaalf kwamen naar hem toe en zeiden: ‘Stuur de mensen weg, dan kunnen ze naar de dorpen en gehuchten in de omgeving gaan om daar te overnachten en op zoek te gaan naar eten, want dit is een afgelegen plaats.’
Gerelateerd aan Johannes 6:5

Johannes 4:35

Jullie zeggen toch: “Nog vier maanden en dan komt de oogst”? Ik zeg jullie: kijk om je heen, dan zie je dat de velden rijp zijn voor de oogst!
Gerelateerd aan Johannes 6:6

Genesis 22:1

Enige tijd later stelde God Abraham op de proef. ‘Abraham!’ zei hij. ‘Ik luister, ‘antwoordde Abraham.
Gerelateerd aan Johannes 6:6

Deuteronomium 33:8

Over Levi zei hij: ‘HEER, u vertrouwt uw orakelstenen toe aan Levi, uw vertrouweling. U stelde hem op de proef bij Massa, daagde hem uit bij het water van Meriba.
Gerelateerd aan Johannes 6:6

Deuteronomium 8:16

die u in de woestijn manna te eten gaf, voedsel dat uw voorouders nog nooit hadden gezien-en dat alles om u zijn macht te laten voelen en u op de proef te stellen, zodat hij u later zou kunnen zegenen?
Gerelateerd aan Johannes 6:6

Deuteronomium 13:3

(13:4) luister dan niet naar wat hij zegt. Want de HEER, uw God, wil u daarmee op de proef stellen, om te ontdekken of u hem wel met hart en ziel liefhebt.
Gerelateerd aan Johannes 6:6

Deuteronomium 8:2

Denk aan de tocht die de HEER, uw God, u door de woestijn heeft laten maken, veertig jaar lang. Hij wilde u zijn macht laten voelen en u op de proef stellen, om te ontdekken wat er in uw hart leefde: gehoorzaamheid aan zijn geboden of niet.
Gerelateerd aan Johannes 6:6

2 Kronieken 32:31

En de keer dat er afgezanten van de vorsten van Babylonië waren gekomen (ze waren gestuurd om navraag te doen naar aanleiding van het teken dat in het land was waargenomen): toen had God hem alleen maar verlaten om hem op de proef te stellen en zo te weten te komen wat er in zijn hart omging.
Gerelateerd aan Johannes 6:7

Numeri 11:21

Mozes zei: 'Ik heb hier een volk van zeshonderdduizend mensen bij me, en u zegt dat u hun vlees zult geven en dat ze daar een volle maand van zullen eten?
Gerelateerd aan Johannes 6:7

Markus 6:37

Maar hij zei: ‘Geven jullie hun maar te eten!’ Ze vroegen hem: ‘Moeten wij dan voor tweehonderd denarie brood gaan kopen om hun te eten te geven?’
Gerelateerd aan Johannes 6:7

2 Koningen 4:43

Toen de bediende protesteerde dat het beslist niet genoeg was voor honderd personen, zei Elisa nogmaals: 'Zet het de profeten voor, ze zullen er een maaltijd aan hebben. Want dit zegt de HEER: Ze zullen ervan eten en nog overhouden ook.'
Gerelateerd aan Johannes 6:7

Mattheüs 18:28

Toen deze dienaar naar buiten ging, trof hij daar een van de andere dienaren, die hem honderd denarie schuldig was. Hij nam hem in een wurggreep en beet hem toe: “Betaal me alles wat je me schuldig bent!”
Gerelateerd aan Johannes 6:7

Johannes 12:5

‘Waarom is die olie niet voor driehonderd denarie verkocht om het geld aan de armen te geven?’
Gerelateerd aan Johannes 6:8

Johannes 1:40

Een van de twee die gehoord hadden wat Johannes zei en Jezus gevolgd waren, was Andreas, de broer van Simon Petrus.
Gerelateerd aan Johannes 6:8

Mattheüs 4:18

Toen hij langs het meer liep, zag hij twee broers, Simon, die Petrus genoemd wordt, en zijn broer Andreas. Ze wierpen hun net uit in het meer, het waren vissers.
1
2
3
4
5
Volgende