Gerelateerd aan Johannes 4:7-14

Gerelateerd aan Johannes 4:7

Mattheüs 10:42

En wie een van deze geringe mensen een beker koel water te drinken geeft alleen omdat het een leerling van mij is, ik verzeker jullie: die zal zeker beloond worden.’
Gerelateerd aan Johannes 4:7

1 Koningen 17:10

Elia ging op weg naar Sarefat, en toen hij bij de stadspoort aankwam, zag hij een weduwe die bezig was hout te sprokkelen. Hij riep haar en vroeg of ze een kommetje water voor hem wilde halen, zodat hij zijn dorst kon lessen.
Gerelateerd aan Johannes 4:7

Genesis 24:43

Ik sta hier bij deze bron. Als er nu een jonge vrouw de stad uit komt om water te putten en ik vraag haar: ‘Wil je me alsjeblieft een beetje water uit je kruik geven,‘
Gerelateerd aan Johannes 4:7

Johannes 4:10

Jezus zei tegen haar: ‘Als u wist wat God wil geven, en wie het is die u om water vraagt, zou u hém erom vragen en dan zou hij u levend water geven.’
Gerelateerd aan Johannes 4:7

2 Samuel 23:15

Op een keer, toen hij smachtte van dorst, verzuchtte David: 'Wie geeft me wat te drinken uit de waterput in de poort van Betlehem?'
Gerelateerd aan Johannes 4:7

Johannes 19:28

Toen wist Jezus dat alles was volbracht, en om de Schrift geheel in vervulling te laten gaan zei hij: ‘Ik heb dorst.’
Gerelateerd aan Johannes 4:8

Johannes 6:5

Toen Jezus om zich heen keek en zag dat die menigte naar hem toe kwam, vroeg hij aan Filippus: ‘Waar kunnen we brood kopen om deze mensen te eten te geven?’
Gerelateerd aan Johannes 4:8

Lukas 9:13

Maar hij zei tegen hen: ‘Geven jullie hun te eten.’ Ze zeiden: ‘We hebben maar vijf broden en twee vissen. Moeten wij dan eten gaan kopen voor al die mensen?’
Gerelateerd aan Johannes 4:8

Johannes 4:39

In die stad kwamen veel Samaritanen tot geloof in hem door het getuigenis van de vrouw: ‘Hij weet alles van me.’
Gerelateerd aan Johannes 4:8

Johannes 4:5

Zo kwam hij bij de Samaritaanse stad Sichar, dicht bij het stuk grond dat Jakob aan zijn zoon Jozef gegeven had,
Gerelateerd aan Johannes 4:9

Handelingen 10:28

Hij zei tegen hen: ‘U weet dat het Joden verboden is met niet-Joden om te gaan en dat ze niet bij hen aan huis mogen komen, maar God heeft me duidelijk gemaakt dat ik geen enkel mens als verwerpelijk of onrein mag beschouwen.
Gerelateerd aan Johannes 4:9

2 Koningen 17:24

De koning van Assyrië stuurde mensen uit Babel, Kuta, Awwa, Hamat en Sefarwaïm naar de steden van Samaria, waar hij hun een woonplaats toewees in plaats van de Israëlieten. Deze mensen namen Samaria in bezit en gingen er wonen.
Gerelateerd aan Johannes 4:9

Johannes 8:48

De Joden riepen: ‘Zeggen we soms ten onrechte dat u een Samaritaan bent, en dat u bezeten bent?’
Gerelateerd aan Johannes 4:9

Johannes 4:27

Op dat moment kwamen zijn leerlingen terug, en ze verbaasden zich erover dat hij met een vrouw in gesprek was. Toch vroeg niemand: ‘Wat wilt u daarmee?’ of ‘Waarom spreekt u met haar?’
Gerelateerd aan Johannes 4:9

Lukas 9:52

Hij stuurde boden voor zich uit. In een Samaritaans dorp, waar ze kwamen om zijn komst voor te bereiden,
Gerelateerd aan Johannes 4:9

Nehemia 4:1

(3:33) Toen Sanballat hoorde dat de muur door ons werd herbouwd, werd hij woedend, en in zijn ergernis bespotte hij de Joden.
Gerelateerd aan Johannes 4:9

Ezra 4:1

De tegenstanders van Juda en Benjamin hoorden dat de teruggekeerde ballingen een heiligdom voor de HEER, de God van Israël, aan het bouwen waren.
Gerelateerd aan Johannes 4:9

Lukas 17:16

Hij viel neer aan Jezus’ voeten om hem te danken. Het was een Samaritaan.
Gerelateerd aan Johannes 4:9

Mattheüs 10:5

Deze twaalf zond Jezus uit, en hij gaf hun de volgende instructies: ‘Sla niet de weg naar de heidenen in en bezoek geen Samaritaanse stad.
Gerelateerd aan Johannes 4:9

Lukas 10:33

Een Samaritaan echter, die op reis was, kreeg medelijden toen hij hem zag liggen.
1
2
3
4
5
Volgende