Gerelateerd aan Johannes 12:40

Maak het hart van het volk ongevoelig, stop hun oren toe, smeer hun ogen dicht. Dan kunnen ze met hun ogen niet zien, met hun oren niet luisteren, en tot hun hart zal het niet doordringen. Ze zullen niet naar mij terugkeren en geen herstel vinden.’

Dit is de reden waarom ik in gelijkenissen tot hen spreek: omdat zij ziende blind en horende doof zijn en niets begrijpen.

Hij antwoordde: ‘Jullie mogen de geheimen van het koninkrijk van God kennen, maar de anderen krijgen alles in gelijkenissen te horen, opdat ze zien zonder inzicht en horen zonder iets te begrijpen.

Jezus zei: ‘Ik ben in de wereld gekomen om het oordeel te vellen. Dan zullen zij die niet zien, zien en zij die zien, zullen blind worden.’

“opdat ze scherp zien, maar geen inzicht hebben, opdat ze goed horen, maar niets begrijpen, anders zouden ze zich bekeren en vergeving krijgen.”’

Kom terug, afvallige kinderen, ik zal jullie genezen van je ontrouw. Dan zullen jullie zeggen: “Hier zijn we, wij komen bij u terug, want u bent de HEER, onze God.

Is er iemand zo blind als mijn dienaar, zo doof als de bode die ik zend? Is er iemand zo blind als dit gestrafte volk, blind als de dienaar van de HEER?

Want een geest van diepe slaap heeft de HEER over jullie uitgestort: hij heeft jullie ogen, de profeten, gesloten en jullie verstand, de zieners, verduisterd.

'Kom, laten wij teruggaan naar de HEER ! Hij heeft ons verscheurd, hij zal ons genezen; de hand die sloeg, zal ons verbinden.

(18-19) Ik heb gezien wat ze deden, maar toch zal ik hen genezen, hen leiden en hun barmhartigheid bewijzen. Treurenden bied ik troostrijke woorden: Vrede, vrede voor iedereen, ver weg of dichtbij- zegt de HEER -,ik zal genezing brengen.

De HEER had namelijk alle volken zo eigenzinnig gemaakt dat ze hoe dan ook oorlog tegen Israël wilden voeren. Daarom hoefden de Israëlieten die volken niet te sparen en konden ze die vernietigen. Ja, zo konden ze die volken uitroeien, zoals de HEER aan Mozes had opgedragen.

(14:5) Ik genees hen van hun ontrouw, mijn hart gaat naar hen uit. Mijn toorn heb ik laten varen.

(29:3) maar pas vandaag heeft de HEER u werkelijk inzicht gegeven, u de ogen en oren geopend.

(6:3) Heb erbarmen, HEER, want ik kwijn weg. Genees mij, HEER, ik ben doodsbang,

Hij geneest wie gebroken zijn en verzorgt hun diepe wonden.

(41:5) Ik zeg: 'HEER, wees mij genadig, genees mij, ik heb tegen u gezondigd.'

Wat betekent dit alles? Wat Israël heeft nagestreefd, heeft het niet bereikt; alleen zij die zijn uitgekozen hebben het bereikt. De overigen werden onbuigzaam,

Luister toch, dwaas en onverstandig volk, dat ogen heeft, maar niet ziet, en oren heeft, maar niet hoort.

Wend u af van uw huidige leven en keer terug tot God om vergeving te krijgen voor uw zonden.

Laat ze toch, die blinde blindengeleiders! Als de ene blinde de andere leidt, vallen ze samen in een kuil.’