Gerelateerd aan Johannes 10:16

Zo spreekt God, de HEER, die bijeenbrengt wie uit Israël verdreven waren: Ik breng er nog meer bijeen dan al bijeengebracht zijn.

en niet alleen voor het volk, maar ook om de verstrooide kinderen van God bijeen te brengen.

Ik zal een andere herder over ze aanstellen, een die ze wél zal weiden: David, mijn dienaar. Hij zal ze weiden, hij zal hun herder zijn.

Eens dwaalde u als schapen, nu bent u teruggekeerd naar hem die de herder is, naar hem die uw ziel behoedt.

David, mijn dienaar, zal hun koning zijn, en samen zullen ze één herder hebben. Mijn regels zullen ze in acht nemen en volgens mijn wetten zullen ze leven.

Maar nu bent u, die eens ver weg was, in Christus Jezus dichtbij gekomen, door zijn bloed.

Iedereen die de Vader mij geeft zal bij mij komen, en wie bij mij komt zal ik niet wegsturen,

Mijn schapen luisteren naar mijn stem, ik ken ze en zij volgen mij.

maar hij is ook gekomen om de heidenen in staat te stellen God te loven om zijn barmhartigheid, zoals geschreven staat: 'Daarom zal ik u prijzen onder de heidenen, psalmzingen ter ere van uw naam.'

Ik sta voor de deur en klop aan. Als iemand mijn stem hoort en de deur opent, zal ik binnenkomen, en we zullen samen eten, ik met hem en hij met mij.

Maar voor u, broeders en zusters, geliefden van de Heer, moeten wij God altijd danken. Hij heeft u als eersten uitgekozen om te worden gered door de Geest die heilig maakt en door het geloof in de waarheid.

Hij was nog niet uitgesproken, of de schaduw van een stralende wolk gleed over hen heen, en uit de wolk klonk een stem: ‘Dit is mijn geliefde Zoon, in hem vind ik vreugde. Luister naar hem!’

Ik ben de goede herder. Een goede herder geeft zijn leven voor de schapen.

(2:15) Er komt een tijd dat vele volken zich bij mij zullen aansluiten. Zij zullen mijn volk zijn, en bij jou, Sion, zal ik wonen.' Dan zullen jullie inzien dat de HEER van de hemelse machten mij naar jullie gezonden heeft.

U was dood door de misstappen en zonden

Dit zegt de HEER van de hemelse machten: Er zullen opnieuw mensen komen uit allerlei landen en steden.

De woorden van de wijzen zijn zo scherp en puntig als een ossenprik, al hun spreuken zijn ons door één herder ingeprent.

(2:1) Maar eens zullen de kinderen van Israël talrijk zijn als zandkorrels aan de zee, die niet te meten en niet te tellen zijn. En waar tegen hen gezegd is: 'Jullie zijn mijn volk niet meer, 'zullen ze weer kinderen van de levende God worden genoemd.

Eens was u geen volk, nu bent u Gods volk; eens viel Gods ontferming u niet ten deel, nu wordt zijn ontferming u geschonken.

De HEER ontbloot zijn heilige arm ten overstaan van alle volken, en de einden der aarde zien hoe onze God redding brengt.